Doorgaan naar hoofdcontent

Zondag, bepaald geen rustdag

Rond een uur of twee, eerder dan gebruikelijk, want zondag, dus iets eenvoudiger om vaste bezoektijden te verpersoonlijking, zagen beide geliefden elkaar weer.
Het was stralend mooi weer buiten, maar binnen was daar niet veel meer van te merken dan een zonniger uitzicht. 
Nog voor er een fatsoenlijke begroeting had plaatsgevonden was het al duidelijk: er is iets aan de hand.
Dat was ook vrij letterlijk zichtbaar, de rechterhand lag rustig op bed en in de arm was een infuus aangebracht. 
Amper verstaanbaar klonk er 'ik moet een CT-scan'.
Bij de tweede poging tot verstaanbaarheid drongen de woorden wel door. 
De reden bleek het feit dat opknappen traag en bijna stagnerende aan het verlopen is, de bloedwaarden eveneens aanleiding gaven en er bij een kweek van een niet goed genezende plek van de operatie wond een bacterie geconstateerd was. 
Al met al reden om ook van binnen eens goed te kijken. 

Al snel kwam iemand voor het transport naar de radiologie afdeling. 
Dat was fijn, dan kon daarna de rust wederkeren na wat toch al tot dan toe een enerverende dag bleek geweest te zijn. 
De een had de andere zieke in het andere ziekenhuis bezocht, haar vader. De ander had het bed al moeten verlaten en de gebruikelijke ochtendrituelen doorstaan, nu aangevuld met het prikken van een infuuslijn.

Op de radiologie afdeling was de ontvangst vriendelijk en leek niets een vlotte afhandeling in de weg te staan. 
Niets bleek echter minder waar. 
Pas toen alles al in gereedheid gebracht was, inclusief de moeizame overbrenging van bed naar plank voor de scan, bleek dat de ingebrachte infuus naald niet goed zat. 
En omdat prikken beter in alle rust kan, zat er niets anders op dan weer naar de verpleegafdeling terug te keren voor een nieuwe poging. 

Vanaf dat punt trad de wet van Murphy in..... 

Boven kwam een ervaren prikker de nieuwe lijn aanleggen.. Een robuuste dame die het varkentje wel even zou wassen.
Haar collega die eerder geprikt had beschreef hoe aanprikken geen probleem was, dat pas bij doorschuiven de problemen ontstaan. 
Beide geliefden onderstreepten dat de ervaringen uit het verleden uitwezen dat het altijd al lastig was.
Met die waarschuwingen in het hoofd toog de dame aan de slag. 
Haar eerste poging bevestigde wat gezegd was. 
Haar tweede poging was tevens haar laatste, ze gaf het op, het ging niet lukken.

Het zou overgedragen worden aan radiologie, want 'die hebben apparatuur die wij niet hebben', en zouden het veel eenvoudiger voor elkaar moeten kunnen krijgen. 
Dat zou dan weer betekenen dat er naar beneden gegaan zou worden. 

Er kwam echter iemand naar boven, afkomstig van radiologie. Nogmaals werd een poging gedaan, dit keer in de hand. 
Intussen waren beide armen al onder handen genomen. 
Het leek even veelbelovend, maar helaas, ook deze poging bleef bij een poging. 
Nog een poging aan de andere hand mislukte eveneens. 
Toen bedacht ze dat wellicht de voeten betere aders zouden hebben. 
De linkervoet toonde de aderen alvast beter. 
Toch bleek ook die poging te mislukken. 

Uiteindelijk werd het dan de rechtervoet. Nu lukte het wel. 
Met een klein voorbehoud van hopelijk zit het nu echt goed. 
Intussen was de middag vrijwel geheel opgegaan aan alle prikpogingen. 
En toen moest opnieuw de tocht naar beneden aanvaard. 
De verpleegkundige van de avonddienst was al gearriveerd en nam ditmaal het transport voor haar rekening. 
Eerder op de middag was daar nog speciaal iemand voor opgetrommeld. Maar het was zondag, personeel was niet ruim meer voorhanden vandaag. 

De route naar radiologie was ditmaal langer. Vele wegen leiden immers naar Rome. Ieder heeft zijn eigen looproutes zo bleek. 
De deur naar radiologie bleek nu de achterdeur te zijn en binnen was er aanvankelijk een dichte deur, waar eerder op de middag via de voordeur de route verder vrij was geweest. 
De ruimte van de CT-scan lag ongeveer in het midden. 
Het personeel dat inmiddels dienst had aldaar bleek een stuk minder plezierig in de omgang. 
Er werd onmiddellijk geklaagd over het infuus in de voet. Daar had overleg over geweest moeten zijn, want niet bij elk onderzoek kon dat. Dit keer wel, maar echt niet altijd en dus moest het echt eerst overlegd. De uitleg van de verpleegkundige over de vele prikpogingen leek irrelevant voor de klagende man. 

Maar het infuus zat goed, de gewenste beelden van de buik konden gemaakt. 

Na afloop verliep de terugtocht vrijwel zwijgend. 
Boven aangekomen werd pas goed duidelijk waarom. 
Er was pijn op de borst ontstaan en kortademigheid. 
Geen wonder, stress heeft dat effect wel vaker op een mens. 
Zeker als het lichaam nog zo hard bezig is met herstellen van een zware operatie en tot twee keer toe op een harde plank gesjord wordt zonder al te veel consideratie met de gevoeligheden van de patiënt. 

Toch was het feit dat de pijn tot terugkeer op de kamer aan bleef houden aanleiding voor nader onderzoek. 
Er kwam iemand naar de kamer om een hartfilmpje te maken. 
Nog steeds was het niet gelukt de gebruikelijke medicatie toe te dienen op de daarvoor bestemde tijd die inmiddels met ruim een half uur verstreken was. 
Middag ging al over in avond. 

De dame van het hartfilmpje deed rustig haar werk, maar toen ze eenmaal klaar was ging ook zij haar ongenoegen uiten tegen de verpleegkundige, die volgens haar wel meer informatie vooraf had mogen geven en ook wat assistentie had kunnen verlenen. Dat het domweg te druk was en dat de verpleegkundige nu het onderzoek al afgerond was wel tijd had om te assisteren deed niets af aan wat had moeten gebeuren. Hoewel ze enigszins hand in eigen boezem stak door toe te geven dat ook zijzelf wel aan had kunnen geven wat ze nodig had. 
Dit goed te volgen gesprek vond plaats in de kamer in het halletje bij het aanrecht waar ze haar beschermende kleding uittrok. - terzijde, de beschermende kleding had te maken, zo merkte de verpleegkundige eerder op, met de geconstateerde bacterie, niet uitsluitend met de eerder op de IC bij een medepatiënt vastgestelde Covid - 
De geliefden konden het gesprek woordelijk volgen. 
Blijkbaar bedacht ze zelf niet dat dit het geval was, want toen ze klaar was met mopperen en zich ontdoen van de beschermende kleding klonk op zeer luide toon 'nog veel sterkte, meneer, en beterschap!' Ze scheen zich niet bewust van hoe geluid zich voortbeweegt in de ruimte, of was in de veronderstelling dat ze met een wat dovere patiënt te maken had. 
Nu zou dan eindelijk de rust wat weer kunnen keren in de kamer van de zieke. 

Tijd om te gaan genieten van een glas chocolademelk, wat sinds vandaag weer mocht. Van uitsluitend water was deze morgen de stap gezet naar 'alles is toegestaan, in kleine hoeveelheden tegelijk'. 
Maar helaas...... de oukaze kwam dat nuchter blijven nu noodzakelijk was, in afwachting van de uitslag van de CT scan. 
Er werd nog nagevraagd of de geplande medicatie en het gearriveerde zakje bloed wel toegediend konden worden. 

Nu dan even rustig samenzijn? 
Het waren twee heerlijk rustige minuten..... 

Toen begon alsnog de toediening van de uitgestelde medicatie en volgde ook het aankoppelen van het zakje bloed. 
Alle handelingen tezamen lieten de klok richting half acht gaan. 
En nog was er geen informatie bekend over de CT scan. 

Controles, die moesten ook nog uitgevoerd! 

Daarna kon dan eindelijk wat kalmte neerdalen en prompt zakten de ogen dicht bij de een, terwijl de ander de oppas van de hond verwittigde dat de hond vermoedelijk beter zou kunnen blijven overnachten gezien de ontwikkelingen in het ziekenhuis. 

Tegen kwart voor negen liep de arts de kamer binnen. 
Eindelijk duidelijkheid! 

Haar uitleg was kalmerend en geruststellend. 
Er was door de Radioloog gekeken en daarna ook nog door de chirurg. 
Er was goed overleg geweest onderling en op grond van de beelden en alle overige constateringen, waaronder het ontbreken van koorts en de dalende ontstekingswaarden, was de conclusie geworden dat een lekkende naad in de darmen zeer onwaarschijnlijk was. 
Daarom zou gestart worden met antibiotica om de bacterie die vastgesteld was te bestrijden in de hoop dat dit in combinatie met het nu toegediende bloed zouden zorgen voor een beter welbevinden en voortgang op de stijgende lijn van herstel na de operatie. 
Dat er veel vocht en ook lucht in de buik zat was goed te zien op de CT-scan en zou dan makkelijker door het lichaam afgevoerd moeten kunnen worden. 

De opluchting was groot. 
De vrees was toch wel geweest dat er opnieuw gesneden had moeten worden. 
Nuchter moeten blijven betekent immers dat er gedacht wordt aan een operatieve ingreep. 
Gelukkig was dat niet het geval. 

Eindelijk kon dan alsnog de gewenste chocolademelk arriveren! 
'U maakt ook lange dagen!' Klonk het opgelucht en betrokken en geheel volgens de eigen aard vanuit het ziekbed, tegen de dame van de keuken die maar liefst twee glazen chocolademelk kwam aanreiken. 
'Ik ga nu naar huis!' reageerde ze vriendelijk. 
De wederzijdse waardering sprak uit de toon waarop beiden elkaar nog een goede avond wensten. 

Nu naderde ook voor beide geliefden het moment om van elkaar afscheid te nemen. 
Een papier om door de avondklok heen nog op straat te mogen komen werd weer geregeld en daarna was het dan toch echt tijd voor vertrek. 
Loslaten na zo'n enerverende dag was nog minder eenvoudig dan gebruikelijk. 
Nog een laatste zwaai en omstreeks half tien was de patiënt dan echt weer alleen. 
In de hoop op een rustige nacht. 


Reacties

  1. Klaske en Tejo, wat maken jullie te veel mee! Dit kan een paard nog niet trekken. Ik ga een kaarsje voor jullie branden, heel veel sterkte en kracht, liefs, Grada.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v