Doorgaan naar hoofdcontent

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'


Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand. 
Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht. 

Zo begon de laatste nacht samen. 

Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem. 
Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling. 

Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend. 

In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer. 
Het is al licht. 
De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt. 

De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg. 
Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen. 

Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken. 
Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit. 

Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn. 
Hij is er niet meer. 
Zij stort in. 

Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang. 
Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht. 

Een half uur later gaat het nog steeds voort. 
Pas als de bel gaat, na een kleine drie kwartier staat ze op om de deur te openen. 

De huisarts kan ze amper te woord staan, de tranen stromen maar door. 
Hij snapt. Condoleert. Kalmeert met zijn aanwezigheid. 

Dan pas komt er weer wat ruimte voor de dingen die komen gaan. 
Nu hij er niet meer is, is er een andere taak die wacht. 

De dochters zorgen voor hun vader. 
Zij zorgt dat er een begrafenisondernemer komt. 

In harmonie lukt het om een plan te maken. 
In eendracht wordt gekozen voor een eenvoudige kist, in zijn stijl. 

De locatie van begraven is glashelder, bij zijn vrouw. 
De woordkeuze raakt, maar klopt strikt genomen volledig. 

Hij had haar vanaf het begin over dat graf verteld. 
Het haar getoond. Voorspeld. Hier kom ik te liggen. 

Ze slikt en laat een reactie binnenboord. 
De dienst kan dan in de kapel op de begraafplaats, stelt ze voor. 

Die plek is ideaal, de zussen namen daar ook afscheid van hun moeder.
Hij wou dat ook, wist zij. 

De kaart had hij al een afbeelding voor bedacht. In de laatste uren van zijn leven gedeeld. 
Zij had het gehoord, de dochters later nogmaals. Zo zal het worden, een deur op een kier. 

Daarachter weet hij van een toekomst. Nu nog onbekend, maar voor hem inmiddels zichtbaar. 
Zij gelooft in toekomst na de dood. De dochters sluiten zich aan bij hun vaders wens. 

De tekst wijst zichzelf als de kaart van moeder opgeduikeld wordt. Die tekst kan met kleine aanpassing nogmaals dienst doen. Zijn tekst over zijn vrouw, door haar nu op zijn kaart geplaatst. Het voelt gepast.

Het afscheidsmoment zal geen dienst zijn, zoals zij gewend is. 
Er komt wel muziek en er komen woorden. Haar woorden, de muziek die de dochters kiezen. Het zal samen gaan vallen tot een goed kloppend geheel. 

Hij is er niet meer. 
Maar de harmonie is terug. 
Al is het maar terwille van hem. 
De dochters zijn weer saamhorige zussen. 
Zij niet langer een buitenstaander. 
Ergens in de verte kijkt hij er tevreden op neer. 
Zo moet het zijn. 
Harmonie door zijn dood. 
De man die uit Liefde geboren werd. 




 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v