Doorgaan naar hoofdcontent

Terwijl het dorp steeds lichter wordt.....

Het huis is versierd, van binnen en van buiten. De dagen worden in alle rust doorgebracht, met regelmatige bezoeken van de thuiszorgdames en onregelmatige bezigheden buitenshuis. Naast boodschappen doen horen daar ook verjaardag vieren (8 december) en verjaarsgeld besteden bij.  Het leverde heel wat bewegingen op, buitenshuis en binnenshuis. De woonkamer werd ruimer, door het plaatsen van de grote witte salontafel, die dankzij de glazen bovenkant het licht van de Kerstverlichting extra weerspiegelt. 


Licht verscheen ook aan de buitenkant van het huis, dankzij de bezorgdiensten die nog steeds functioneren, ook al is er een lockdown, die het uitstapje van eind vorige week naar IKEA met terugwerkende kracht tot een bijzondere uitzonderlijkheid maakt.


Naast deze uiterlijkheden zijn er ook weer de nodige gesprekken. Over toekomstplannen, dichtbij en verder weg, met als doel zaken te realiseren die nu nog voelen als een gemis in het huidige bestaan. Op andere plekken dan deze blog zijn daarover gedachten terug te vinden. 

En toen was er ineens de opmerking van de een tegen de ander dat het opgevallen was dat het niet meer zo goed lukte om gesprekken te voeren. Deze zelfobservatie ging over de verjaardagsvisite die wat anders verlopen was dan in de herinnering gebruikelijk was. En over de communicatie op momenten dat de mantelzorger afwezig was en er een of andere hulpverlener te woord gestaan moest worden. 
De opmerkzaamheid en heldere verwoording ervan trok de aandacht en vormde aanleiding tot een aandachtige dialoog tussen beide geliefden over de verschillen tussen communicatie onderling en de communicatie met derden die (al dan niet onverwacht) in en uit lopen en slechts een stukje van de realiteit meemaken. Waar in de onderlinge communicatie vloeiend en als vanzelfsprekend aangepast kan worden aan wat er op enig moment nodig of mogelijk is, is dat in overige gesprekken een onmogelijkheid op hetzelfde niveau. 
Twee geliefden die elkaar door en door kennen weten hoe ze elkaar moeten bereiken en hebben behalve taal in woorden ook andere communicatiemiddelen tot hun beschikking die wederzijds begrip versterken kunnen en misverstanden vlot uit de weg kunnen ruimen. 
Twee mensen die elkaar vanuit een andersoortig verband treffen zullen meer afhankelijk zijn van de gesproken taal en als die hapert bij de bezochte of anders binnenkomt dan bedoeld door de bezoeker, is een misverstand snel geboren en een spraakverwarring het gevolg, soms ook nog zonder dat een van beiden zich realiseert dat dat de grond vormde voor de als stroef ervaren communicatie. 
Het gesprek klonk als een plausibele verklaring en in de dagen die volgden kon er telkens kort op teruggegrepen worden als er een aanleiding toe was. 
De gezamenlijke communicatie verliep als altijd vloeiend en harmonieus. 

Wat zo min mogelijk woorden kreeg en toch levensgroot zich elke dag weer opdringt aan het bewuste denken is het uitblijven van een datum voor de kijkoperatie. Telefonisch contact leverde de informatie op dat er slechts maximaal een week vooruit gepland wordt, momenteel. Een verzonden mailbericht kreeg nog geen reactie. Dinsdag kan er weer gebeld. 
De hoop is nog steeds op een datum dit kalenderjaar, maar de verwachting begint steeds verder de toekomst in te schuiven. 
Zullen de kerstverlichtingen alweer verdwenen zijn als er eindelijk licht kan schijnen over de situatie in de buik die nu al weken zonder inmenging van buitenaf duisternis over de toekomstverwachtingen kan verspreiden? 

Reacties

  1. zo mooi verwoord en dan die onzekerheid over die nodige kijkoperatie, het is een gekke medische wereld geworden en ook daarbuiten, toch, voor zover mogelijk gezegende kerstdagen en een hoopvol 2021 en een dikke steunknuffel.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v