Doorgaan naar hoofdcontent

Advent: tijd van hoopvol wachten

 In afwachting van een kijkoperatie die komen moet om een grote operatie plaats te kunnen laten vinden die levensreddend zal zijn is het leven weer aanbeland in de kalme kabbelende modus van het leven bij de dag. 
De praatstoel wordt weer met regelmaat ingenomen en dan klinken verhalen uit vergane tijden, waarin er met nadruk een stempel kon worden gezet op de eigen leefomgeving en het welzijn van de mensen die zich in die omgeving bevonden. Belangrijke banen en zelf opgepakte vrijwillige verbanden vormden uitgangspunt van deze invloedrijke posities van toen. Nooit is daar erkenning voor gekomen in een tastbare vorm. Wel bleek keer op keer de geleverde inspanning een stille dood te sterven na een al dan niet gedwongen vertrek uit de gecreĆ«erde situatie die menigeen hoop en toekomstperspectief bood. 
De verhalen zijn niet nieuw, de frequentie waarmee ze naar boven komen als er een gesprekspartner binnen gehoorsafstand zich bevindt wel. 
Er is veel gaande in het hoofd dat leeft in het besef dat het leven weleens zeer eindig zou kunnen zijn, ondanks de op stapel staande operaties en de goede hoop die met die vooruitzichten geboden wordt. 

De dagen vullen zich met genoeglijke momenten van intense harmonie en het nuttigen van maaltijden die bereid worden met hernieuwde energie en veel liefde voor koken. 's Avonds kijken beide geliefden samen een film of favoriete serie, die in beide gevallen interessante gespreksstof opleveren, ook in de dag die er op volgt. Ook worden boeken gelezen met datzelfde effect. 
Het is alles zeer gelijkend op hoe ooit het leven was, met dat verschil dat er geen blikken op de toekomst gericht worden en er geen plannen bedacht worden die een uitvoering vragen waar gedegen stappen voor nodig zijn. In zekere zin is deze periode van wachten een tijd die, als de adventsperiode die inmiddels aangebroken is, ruimte biedt voor bezinning en heroverweging zonder uit al dat gemijmer direct al een richting te destilleren. 
De ongemakken van het wonen op twee plekken worden bezien vanuit de vreugde die deze mogelijkheid oplevert en de handigheid van kunnen verplaatsen met een pauze op een bekende pleisterplaats. 

Dat de wereld zich druk maakt over mondkapjesdraagplicht en beperkende maatregelen rondom Kerst en oud en nieuw, speelt geen rol in het dagelijks bestaan. 
Het is al meer dan een jaar gaande, deze episode van aan huis gekluisterd zijn wegens gezondheidsperikelen en uitsluitend de deur uitgaan wegens noodzakelijkheden en een incidentele zelfverkozen activiteit, waardoor wat eens vervreemdend en beperkend overkwam inmiddels vertrouwd en vanzelfsprekend lijkt te zijn geworden. 

Dat de dagen letterlijk korter worden, afgaande op het beschikbare buitenlicht, verbloemt dat de dagen ook werkelijk korter worden wegens meer slaapbehoefte en neiging tot liggend of lui zittend de dag doorbrengen. Niet in gelijke mate voor beide geliefden, wat meer en meer het verschil tussen gezond en fit en ziek en slechts relatief fit zichtbaar maakt, al kan de balans op bepaalde momenten precies andersom er uit zien, voor de toevallige kijker, als de een op de bank bijkomt van een rondje met de hond en de ander de maaltijd aan het bereiden is. 

Betekenisverlening blijft een centrale vraag in alles wat beiden samen en afzonderlijk te berde brengen en als bezigheid verkiezen. Betekenis voor het eigen bestaan, betekenis voor elkaar en bovenal betekenis voor de wereld in groter verband dan de huiskamer waar meestal de wereld uit bestaat. 
Het zoeken ernaar is een trage lome bezigheidstherapie geworden waar het voorheen een actieve dadendrang die werk kon heten was. Alles verandert en de geliefden veranderen langzaam mee. 
Wat onveranderd blijft is de wederzijdse liefde en de tedere uitingen ervan. 
Een aanraking in het voorbijlopen, een blik, een knuffel, een moment van samenzijn en de lieflijke woorden die geliefden daarbij plegen uit te wisselen nemen toe. Alsof er geen moment gemist mag worden nu elke dag meer voelt als een dag die ineens de laatste kan blijken geweest te zijn. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v