Doorgaan naar hoofdcontent

Herfsttij

Een belangrijk gesprek. Met een contactpersoon die gaat over de mogelijkheden voor hulp. Een gesprek over waar die hulp voor nodig is, waarom die hulp nodig is en hoe die hulp er uit zou kunnen zien.
Het verloopt goed, de teksten die gedeeld worden geven een prima beeld en de hulp zal nu gaan komen. Maar dan valt een concreet voorstel ineens minder goed. Is dit nu wel hulp? Is dit niet een doekje voor het bloeden? Een kleine fooi in een situatie waarin een royaal betalend gebaar noodzakelijk geacht wordt door allen die meer ingevoerd zijn in de situatie? Is het werkelijk zo dat er nu weer een halfslachtige oplossing gaat komen waarna bij gewenste uitbreiding er maanden aan wachttijd zal komen?
De vragen vlammen er uit, de nood is zo hoog geworden dat het gevoel te verzuipen de teksten krachtig onderstreept en van vele uitroeptekens voorziet. Zozeer dat de ander al vreest dat de toegezegde hulp alsnog ingetrokken zal gaan worden als er niet snel ingebonden wordt. Het kan niet zo zijn dat de zorgvraag nu van tafel geveegd wordt door de felle reactie!
Gelukkig loopt het met een sisser af. De contactpersoon gaat een en ander in gang zetten en mocht uitbreiding op enige termijn ingezet dienen te worden dan kan dat administratief afgehandeld, er is niet eens een vervolggesprek nodig. De situatie zal immers niet beter worden, dat is evident, gepaste hulp zal op enig moment uitbreiding nodig hebben.

Een paar uur later. Onderweg. Over een bekend landweggetje door de velden. De route naar huis.
Er ligt klei op de weg dus de vaart er uit gehaald en zo kalm mogelijk verder gereden. Dan, bij een bocht, gaat het mis. De wagen rijdt rechtdoor, neemt niet de bocht, maar schuift richting sloot. Een heftige stuurpoging, een gil, een rempedaal, ergens lukt het ineens toch de wagen tot stilstand te brengen in de natte berm.
Even verderop is een man aan het werk.
Hulp vragen dan maar.
Terwijl de vraag gesteld wordt, komt de man er al aan lopen en nadert van achterop een trekker met twee mannen.
Gedrieën haken ze de auto, die gelukkig van een trekhaak voorzien is, aan de trekker middels een lier en de wagen wordt weer op de weg getrokken. De reis kan vervolgd. Over dezelfde glibberige weg. Nog langzamer dit keer. Veilig naar huis.

Thuis het verhaal gedaan. Laconiek word het aangehoord. Het is immers goed afgelopen.

Weer een paar uur later. Alsnog komt de reactie. Een heftige huilbui. Ontlading. De spanning van de dag komt er in golven uit.
Niet vanwege de gebeurtenissen.
Wel vanwege de reacties op de gebeurtenissen.
De angst van de ochtend die in feite niet nodig was, omdat er alle begrip bleek te zijn bij de contactpersoon voor de heftigheid van de uitbarsting.
De laconieke reactie van de middag die in feite te vlak was, omdat het begrip van de ernst van de situatie niet over leek gekomen te zijn.
De reacties zijn net niet gepast. Genoeg gepast om als logisch en vanzelfsprekend ervaren te kunnen worden. Te weinig gepast in de situatie die plaatsvindt.

Geliefden vallen elkaar opgelucht in de armen als de een bijna in een sloot gereden is. Opluchting deel je. Die laat je niet in het water vallen alsof er geen sloot bestaat en geen bijna ramp gebeurd was.

De troost zit in de kop thee die gedronken wordt als ook de afspraak bij de specialist die nog op het programma stond voorbij is. Samen tot rust komen van de gebeurtenissen van de dag. Samen naar buiten kijken en babbelen over de mensen die langskomen en onbegrijpelijke dingen doen. De man die met een kruiwagen met spullen en twee kinderen van de ene naar de andere kant loopt en even later zonder kinderen en kruiwagen de spullen weer terugbrengt is raadselachtig.
De dame die in een auto de ene kant op rijdt en even later exact de andere kant op weer terugrijdt is al even raadselachtig.
Het levert gespreksstof op die onschadelijk en verbindend is. Makkelijkere kost dan wat er deze dag met beide geliefden plaatsvond. Samen en apart. Avonturen worden anders beleefd. Anders verwoord. Anders ervaren.
Gelukkig kunnen ze nog steeds gedeeld.
In het delen van een beker thee, het eten van een koek.
Troost zit in kleine dingen als de gevoelens groot zijn. Bij beiden.




Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v