Veel woorden die we gebruiken roepen onmiddellijk
associaties op. Soms is dat een gunstig bij-effect, als je spreekt van vakantie
en dan gelijk in je hoofd vakantiekiekjes langs ziet komen, kan dat je een
positief gevoel geven bij dat woord.
Soms is het een ongunstig bij-effect.
Over dat ongunstige bij-effect kan ik hele boeken vullen.
Het vormt de basis van vele conflicten. Niet het woord was fout, maar het hoofd
dat associaties had bij dat specifieke woord verdroeg die associaties niet en
bestempelde het gebezigde woord als fout. Dat leidt onherroepelijk tot een
conflict in wording. Of het ook tot een conflict komt hangt veelal af van de
zelfbeheersing, zelfkennis, wijsheid, kalmte en flexibiliteit van de spreker
van het gewraakte woord. Ontbreekt die, of is die al dan niet tijdelijk buiten
bereik, dan is het vrijwel onontkoombaar dat het sluimerende conflict tot een
uitbarsting komt, klein of hevig, al naar gelang de heftigheid van de
associaties die onderdrukt moeten worden.
Een triggerwoord waar velen mee worstelen is het woord dat
op deze blog weleens geklonken heeft en vaker angstvallig vermeden wordt, juist
omdat het een triggerwoord is.
De grote vraag is keer op keer of het woord wel betekent wat
de hoorder hoort in het woord. Of spreker en hoorder het kortom wel over hetzelfde
begrip hebben.
Het woord dementie - want daarover gaat het - is enerzijds
de aanduiding voor een heel scala aan benoembare ziektes, waarvan Alzheimer de
veruit bekendste is, en als specifieke ziekte veelvuldig als synoniem voor
dementie wordt ervaren en ingezet.
Daar start dan ook al de associatietrein in het hoofd van de
hoorder. Iedere persoon met gediagnosticeerde Alzheimer die ooit het pad
gekruist heeft is ineens in beeld en vormt plotseling de inhoud van het woord
dementie.
De spreker hoeft zich daar niet van bewust te zijn. Immers,
het woord kan ook over iets anders gaan dan over concrete benoembare en
constateerbare ziektebeelden.
Het woord dementie duidt in de meest algemene zin op een
aantal kenmerken die mensen kunnen vertonen, los van de vraag of het gaat om
een ziektebeeld dat die kenmerken veroorzaakt.
Dat gebruik van het woord is in de kern neutraal
beschrijvend en niet bedoeld als aanduiding van welk ziektebeeld dan ook, het
is slechts een samenvattend woord om een aantal verschijnselen ineens te kunnen
verwoorden.
Als binnen de context van deze blog het woord dementie
klinkt gaat het tot op heden uitsluitend over die meer algemene betekenis van
het woord.
Er is immers (nog?) geen sprake van een constateerbare vorm
die een ziekte met een naam aan kan duiden die valt in de categorie dementie.
Waar wel sprake van is zijn een heel scala aan kenmerken die
samenvattend kunnen verwoord worden in dementie.
Om dit te concretiseren hier het lijstje van kenmerken dat
rondgaat op pagina's als 'dementie.nl'.
1. Vergeetachtigheid
2. Dingen lukken minder goed (apraxie)
3. Verdwalen in tijd en plaats
4. Taalproblemen
5. Spullen kwijtraken
6. Verminderd beoordelingsvermogen
7. Terugtrekken uit sociale activiteiten
8. Veranderingen in gedrag en karakter
9. Onrust
10. Visuele problemen
Elk van deze punten blijven losse kreten zolang een en ander
geen inkleuring krijgt vanuit de dagelijkse praktijk. Want laten we wel wezen, iedereen
vergeet wel eens wat, krijgt dingen niet goed voor elkaar, raakt spullen kwijt
of trekt zich terug uit sociale activiteiten. Iedereen heeft weleens moeite met
zien, last van onrust, verminderd beoordelingsvermogen of kan niet uit zijn
woorden komen of raakt dag en tijd kwijt.
Het enige dat weinigen overkomen zal zijn veranderingen in
gedrag en karakter, maar ook dat is niet geheel onmogelijk.
Door dit lijstje van tien losse punten zal het element
ontkenning eenvoudig in stand gehouden kunnen worden door een taalvaardig en
intelligent persoon die verschijnselen van dementie vertoont.
Het is dus noodzakelijk concreter te worden. Tastbaardere
aanwijzingen te vinden. Of het hele thema te laten rusten.
Dat laatste is voor de persoon met dementieverschijnselen
eenvoudiger dan voor degene die er als partner mee geconfronteerd wordt. Want
juist het element gedrag en karakterverandering springt als eerste op binnen
een relatie.
Als iemand een invoelend en meelevend mens is en gaandeweg
hard en onverschillig over gaat komen zal aanvankelijk eerder gedacht worden
aan relatieproblemen, dan aan een vorm van dementie.
Als echter ook taalproblemen ontstaan en er een verschuiving
in bezigheden plaatsvindt en slechts eenzijdig erkend wordt dat hier een
probleem ligt, wordt het al een ander verhaal.
Als op alle tien de punten een waarneming gedaan is en de
frequentie van de waarnemingen toenemen, waardoor het geen losse waarnemingen
meer zijn en toch werkelijk patronen beginnen te worden, neemt het vermoeden toe en kan er al een
soort van zekerheid ontstaan. Toch zal degene met de verschijnselen eenvoudig
kunnen verklaren dat het wel meevalt en dat het anders geduid kan. Niet omdat
de gebeurtenissen en verschijnselen ontkend worden, nee, puur en alleen omdat
het gevreesde woord dementie duizenden associaties oproept die te pijnlijk zijn
om mee geassocieerd te worden. De eigen gedachten over hoe mensen reageren op
mensen met een vorm van dementie vormen een grote barrière om te kunnen
bespreken wat er mogelijk gaande is. Een onneembare vesting wordt de muur die
opgetrokken wordt, aangezien het toenemende besef van de wel degelijk aanwezige
en ook waargenomen verschijnselen een doembeeld vormen dat angstvallig op
afstand gehouden wordt teneinde te voorkomen dat de gedachte post gaat vatten
dat er sprake kan zijn van dementie, dat als een onomkeerbaar niet te stuiten
proces gezien wordt, dat slechts de dood als eindstation kent.
Dat dementie ook gaat over oud worden, over last krijgen van
ziekten die meer betekenen dan alleen lichamelijke kwalen, dat is een
woordbetekenis die zelden of nooit voor het voetlicht komt.
In alles wat ik lees over dementie (de auteur schiet in een
ik-vorm vanwege de thematiek) kom ik uitsluitend tegen dat dementie iets 'heel
ergs' is dat je niet zou moeten willen hebben en dat geen enkele kans meer
biedt op een menswaardig volwaardig bestaan temidden van mensen die je
benaderen vanuit mogelijkheden.
Ik ben een andere mening toegedaan als ik spreek van
dementie.
Ik zie voor me hoe door dementie een mens meer en meer tot
zijn of haar recht komt, meer en meer puur wordt in uiten van wat er op een
bepaald moment bepalend is voor het hier en nu. Gevoelens uiten zich via
handelingen. Gevoelens uiten zich via wat dan heten gaat 'onbegrepen gedrag'.
Gevoelens uiten zich in frustratie-uitingen als het gevoel niet herkend en
erkend wordt.
Dementie is niet een last voor de persoon die het ondergaat,
het is vooral een leerschool voor hen die er mee om moeten gaan. En naarmate
die personen dat beter of minder goed kunnen zal degene met dementie zich beter
of minder goed voelen en zich ook dusdanig gaan uiten.
Mensen die te maken krijgen met dementie hebben medemensen
nodig als tolk en vertaler, als helper en behoeder, als steun en sturing, niet
als aanklager of meehuiler, niet als tegenwerker of ondermijner, niet als rem
of als gevangenis.
De angst die we voelen als omgeving van iemand met dementie,
de angst de persoon kwijt te raken, raakt ook degene die de dementie
verschijnselen vertoont en blijkt op merkwaardige wijze de zaak te
verslechteren. Angst is een slechte raadgever luidt het gezegde. En niet
toevallig. Want juist als het gaat om dementie is angst een element dat alles
erger maakt. Voelt degene met de dementie verschijnselen angst, dan zal er
verzet optreden, of het nu gaat om eigen angst of de angst van de ander, dat
onderscheid valt meer en meer weg. Gevoelens lopen dwars door mensen heen.
Mensen met een vorm van dementie voelen dat haarfijn aan, hebben echter geen
enkele mogelijkheid meer om een grens aan te brengen in hun waarneming van
andermans gevoelens.
Dat maakt de gevoelloosheid als reactiepatroon zo logisch.
Om gevoelens te weren kun je nog maar één ding doen, je
algeheel afsluiten voor gevoelens.
De muur trekt zich op en de basis voor een conflictueuze
sfeer is weer geschapen.
De remedie?
Liefde.
Liefhebben uit alle macht.
Angst liefhebben.
Gemis liefhebben.
Verandering liefhebben.
Dementie liefhebben.
Niet omdat je daar een beter leven van krijgt, maar omdat je
daarmee langer vol kunt houden wat ondraaglijk is als liefde ontbreekt.
Waar liefde heerst kan angst geen grond van bestaan meer
vinden.
Reacties
Een reactie posten