Doorgaan naar hoofdcontent

Parkeerperikelen

De contrasten op een dagelijkse dag zijn verrassend en ergens ook wel confronterend. Naarmate het langer bestaat is het minder merkwaardig om mee te maken en toch is het elke keer weer even schakelen als het dan toch weer gebeurt.

Zo was er vandaag de situatie in de parkeergarage van het ziekenhuis dat bezocht werd voor een reguliere afspraak bij een te bezoeken specialist. Dankzij de nieuw verworven invalidenparkeerkaart kan er eenvoudig geparkeerd op een handige plek met zo kort mogelijke afstand naar de te bezoeken arts. In het geval van dit ziekenhuis was nog niet eerder gebruik gemaakt van de kaart en dus was het even oriƫnteren waar zo'n plek zich bevond, anders dan dicht bij de lift, zoals we al wisten.
Bij het binnenrijden was er nog kalmte en oplettendheid. 'Kijk linksaf voor de gehandicaptenparkeerplaatsen' Een snelle wending met het stuur, omdat afgeweken werd van de gebruikelijke route en zowaar een heel woud aan rolstoelbordjes. Edoch, allemaal ingenomen door mensen met vermoedelijk een reden voor dezelfde kaart die ook ons nu toegang tot die plekken bood.
Een bochtje verder waren er nog meer, daar dan maar heen.
Toen sloeg de stemming om.'Wat doet die vrouw daar nou! Ga uit de weg, mens!'
Een auto reed weg uit een parkeerplek, zonder de rolstoelaanduiding, en nam daar het hele pad mee in beslag en bleef toen staan wachten tot wij (!) haar verdere doorgang zouden verlenen.
De passagiersdeur werd opengegooid en woest was de bedoeling de dame eens grondig de waarheid te zeggen.
Twee taken tegelijk tot een goed einde brengen vergde innerlijke rust en die was er nog, dus de autodeur werd weer gesloten en de tocht achterwaarts kon gestart. De dame verdween uit de route.
Rustig de auto in een vrije plek gedraaid, die echter niet het blauwe bordje met witte aanduiding had.
'Ik wil hier weg! Ze hebben allemaal gezien hoe woest ik deed. Ik wil hier niet zijn. Rij nou weg!'
Kalm dan toch maar de auto er weer uitgereden en de oude route opgezocht, naar boven, naar de liften.
Bij de eerste de beste plek tegenover de lift stond niemand. Gelukkig, het kon snel geregeld.

De rust keerde weer. Kalm kwam de rolstoel met wat hulp uit de achterbak. Hulp van degene die zopas woest tekeer was gegaan. Nu was het de ander die stress ervoer en de handelingen niet voor elkaar kreeg.

Samen de lift in. Samen de gangen door. Samen naar de juiste afdeling. De harmonie was weergekeerd en de blikken konden niet langer deren.
Zelfs toen de arts bleek uit te lopen en er dus veel langer gewacht bleek te moeten worden was er geen enkele aanleiding tot ergernis. Kalm werd er gewacht.

Na de afspraak weer de parkeergarage in leverde wederom de nodige stress vanwege traag voortbewegende personen die de hele breedte van de gang nodig hadden om de een leunend op de arm van de ander die een stok hanteerde in het gezelschap van nog twee anderen de uitgang te bereiken. Bij de betaalautomaat nogmaals oponthoud omdat er amper ruimte was die te bereiken.
Eindelijk de lift in. Rust.
De auto. Veilige haven.

Bij het wegrijden van de parkeerplek bleek iemand al te wachten op deze fantastische plek. Naar grote waarschijnlijkheid iemand die slechts de auto had opgemerkt en de vertrekkende passagiers, maar de blauw met witte aanduiding ten enenmale gemist had.
Toen de plek vrij was werd dat vermoeden bevestigd.
Het leverde grote hilariteit op in de auto.
Een gevoel van bevrijding.

De uitgang werd bereikt via nog wat kleine verstoringen van de innerlijke kalmte en toen was daar dan na nog meer verkeersperikelen de verlossende voorrangsweg die doorgang zou garanderen.
Verkeer blijft een ding.
Wordt meer en meer een ding.

Een paar uur later, weer thuis, kon in alle rust geciteerd worden uit een boek dat diezelfde middag opgeduikeld was in de nog bezochte kringloopwinkels. Meervoud. Zowel de winkels als de boeken waar uit geciteerd werd. Voorzien van een gedegen mening over het geciteerde.
Was dit dezelfde stem die eerder alle zelfbeheersing verloren was over traag voortbewegende voertuigen in een parkeergarage? Jazeker.
Dat is wat het allemaal zo wonderbaarlijk maakt.

Elke dag een nieuw avontuur.

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v