Doorgaan naar hoofdcontent

Intermezzo

Het heeft iets wonderbaarlijks, de mate van aanpassingsvermogen die een mens kan bezitten, zonder het zelf te beseffen.
Glijdend door de tijd, meebewegend met de dagen, lijkt er geen enkele verandering plaats te vinden. Af en toe een heel duidelijke, een grote verandering, zoals de huidige verhuizing, maar in het algemeen amper merkbare subtiele kleine veranderingen.

Zo is het beeld van vandaag een vertrouwd beeld.
Een scherm, een spel, een herhaling van zetten om de kaarten weer daar te krijgen waar ze horen om het spel uit te laten komen en dat urenlang achtereen, onafgebroken, omdat de kalme cadans van de dag is gaan bestaan uit dergelijke momenten die nu en dan onderbroken worden door bezigheden die andere bewegingen vergen, zoals daar zijn: een maaltijd nuttigen, het toilet bezoeken, een administratieve handeling verrichten.

Dit vertrouwde beeld lijkt op een oud vertrouwd beeld.
Een scherm, letters, een herhaling van reacties op teksten die verschijnen op het scherm, gepareerd met snedige zinsneden of voorzien van puntige kanttekeningen of in eigen vorm neergepende epistels en dat urenlang achtereen, onafgebroken, omdat de kalme cadans van de dag is gaan bestaan uit dergelijke momenten die nu en dan onderbroken worden door bezigheden die andere bewegingen vergen, zoals daar zijn: een maaltijd bereiden en nuttigen, het toilet bezoeken, diverse administratieve handelingen verrichten en meer van dergelijke plichtplegingen.

Het oude vertrouwde beeld was niet zorgwekkend op dat moment. Het leek immers normaal om de tijd te vullen met schriftelijke interacties met diverse personen in het hele land, via fora en social media, via directe mails en via teksten in blogvorm of anderszins deelbaar met menigeen. Schrijven is een gezonde bezigheid, zelfs als het de enige bezigheid op de dag geworden lijkt te zijn, omdat het fysieke herstel na een ingrijpend ziekteproces, waarvan genezing mogelijk bleek ondanks de aanvankelijk zeer ongunstige berichten, nu eenmaal vergt dat er zittende rustige bezigheden plaatsvinden die het lichaam niet van hot naar her laten vliegen in het ijltempo waarmee de bezitter van dat lichaam zich graag pleegt te bedienen.

Het huidige vertrouwde beeld is in zichzelf niet verontrustend of zorgwekkend. Het is immers temidden van verhuisperikelen rustgevend om een herhalende handeling te verrichten, zittend achter een scherm dat de uitdaging in hanteerbare vorm aanreikt en geen andere interactie vraagt dan een letterlijke herhaling van zetten tot het spel gespeeld is.
Wat ontbreekt is de intellectuele diepgang. Wat ontbreekt is de woordenstroom. Wat ontbreekt is de verrassende invallen die onvoorspelbaar alle richtingen uit kunnen gaan en niet van verre al aangekondigd leken te zijn in kleine tussenopmerkingen en subtiele verwoordingen die welhaast codetaal lijken te zijn.
De voorspelbaarheid van het beeld op het scherm (daar staat het spel weer) is in zekere zin het meest verontrustende aan dit kalme beeld.
En de mate waarin er gereageerd wordt op de kaarten als die niet zo eenvoudig zich weg laten leggen als de speler meent dat hij zou moeten kunnen doen. Er wordt dan een bewuste dwarsboming verwoord, waarbij niet altijd helder is of dit een grappig bedoelde bij wijze van spreken opmerking is (voorheen zou daar geen twijfel over bestaan hebben) danwel een werkelijk gemeende ontdekking van een of ander complot dat de speler welbewust voortdurend op het verkeerde been zet, een complot dat de ene keer door de kaarten zelf opgezet wordt ('die rottige boer verstopt zich, waar is die dame nu gebleven, ze wil niet dat ik haar vind') en de andere keer door de spelmaker ('ze doen het er om'). En dan af en toe is er glashelder dat de speler (min of meer) weet wat hij doet 'ik maak er een puinhoop van, maar ik wil het even rond hebben'.
'Wat is er nou toch loos met dat spelletje? Het zal wel ergens aan liggen, maar ik kan er maar niet achterkomen aan wat.'

Hoe de kaarten geschud zijn in het levensspel laat zich nog raden.
Dat de kaarten geschud zullen blijven worden is momenteel de dagelijkse gang van zaken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v