De mens is een gewoontedier en dus is het leven beduidend lastiger als je je bevindt in een overgangssituatie. In dit geval die van een verhuizing van een huis dat op de nominatie staat om afgebroken te worden naar een huis dat spiksplinternieuw is.
Wat bij het oude blijft is dat de bewoner een en dezelfde persoon zal zijn. De bewoner die zich in een geheel eigen overgangssituatie bevindt. Die van het bezitten van een gezonde geest in een gezond lichaam naar een geest die hiaten vertoont in een lichaam dat zo gebrekkig aan het worden is dat de fysieke mogelijkheden activiteiten die tot pakweg drie jaar geleden met enige moeite nog vanzelf spraken in het geheel niet meer verrichten kan. De geest wil daar nog niet echt aan, die is als gewoontedierelement nog van mening dat er iets niet klopt als het lichaam dienst weigert. Immers, de geest bestuurt het lichaam en van een eigen wil van het lichaam wil de geest niet weten of horen, laat staan er rekening mee houden.
Dus in het proces van verplaatsen van de ene naar de andere locatie is er enerzijds de dringende behoefte om zoveel mogelijk handelingen te verrichten en anderzijds de weerkerende teleurstelling als blijkt dat het lichaam er werkelijk niet toe in staat geacht kan worden.
Die voortdurende tegenslagen verwerken kost energie. En alles dat energie kost betekent meer slaapbehoefte en ook minder scherpte in het eigen hoofd.
Hoewel het nieuwe huis evenals het oude huis slechts één bewoner tellen zal zal er veelvuldig samen verbleven worden. Er is immers een liefhebbende relatie. Een groot goed in deze periode, omdat het de veilige haven biedt die zo nodig is wanneer alle panelen aan het verschuiven zijn en er bij voortduring met incomplete situaties omgegaan dient te worden. Het huis waar alles staan blijft kan ondanks de daar nu en dan heersende chaos beschouwd blijven worden als een weldadige oase van herkenning en geruststellende vanzelfsprekendheid. Zo is de luxe van het wonen op twee plekken ook in deze ingewikkelde situatie een ware uitkomst, die zorgt voor meer helderheid in het hoofd. Meer dan mogelijk geweest zou zijn zonder deze ontsnappingsmogelijkheid die ook een noodzakelijkheid is omdat het hele verhuisproces tijd in beslag neemt vanwege een groot gebrek aan ondersteunende krachten die het vereenvoudigen kunnen.
De mantelzorger is verhuizer geworden, nog naast de doorgaande mantelzorgtaken.
Vooralsnog verloopt alles volgens plan, in de zin dat de spullen in een gestaag tempo van plek wisselen en de rust bewaard kan blijven in beider hoofden.
De beweging gaande houden tot het proces voltooid is lijkt de beste strategie. Het werkt. En het zal blijven werken als de ritmes van bewegen afgewisseld blijven worden met ritmes van ontspanning en de mogelijkheid tot opladen.
Morgen maar eens die ontspanning en oplading de ruimte bieden!
Wat bij het oude blijft is dat de bewoner een en dezelfde persoon zal zijn. De bewoner die zich in een geheel eigen overgangssituatie bevindt. Die van het bezitten van een gezonde geest in een gezond lichaam naar een geest die hiaten vertoont in een lichaam dat zo gebrekkig aan het worden is dat de fysieke mogelijkheden activiteiten die tot pakweg drie jaar geleden met enige moeite nog vanzelf spraken in het geheel niet meer verrichten kan. De geest wil daar nog niet echt aan, die is als gewoontedierelement nog van mening dat er iets niet klopt als het lichaam dienst weigert. Immers, de geest bestuurt het lichaam en van een eigen wil van het lichaam wil de geest niet weten of horen, laat staan er rekening mee houden.
Dus in het proces van verplaatsen van de ene naar de andere locatie is er enerzijds de dringende behoefte om zoveel mogelijk handelingen te verrichten en anderzijds de weerkerende teleurstelling als blijkt dat het lichaam er werkelijk niet toe in staat geacht kan worden.
Die voortdurende tegenslagen verwerken kost energie. En alles dat energie kost betekent meer slaapbehoefte en ook minder scherpte in het eigen hoofd.
Hoewel het nieuwe huis evenals het oude huis slechts één bewoner tellen zal zal er veelvuldig samen verbleven worden. Er is immers een liefhebbende relatie. Een groot goed in deze periode, omdat het de veilige haven biedt die zo nodig is wanneer alle panelen aan het verschuiven zijn en er bij voortduring met incomplete situaties omgegaan dient te worden. Het huis waar alles staan blijft kan ondanks de daar nu en dan heersende chaos beschouwd blijven worden als een weldadige oase van herkenning en geruststellende vanzelfsprekendheid. Zo is de luxe van het wonen op twee plekken ook in deze ingewikkelde situatie een ware uitkomst, die zorgt voor meer helderheid in het hoofd. Meer dan mogelijk geweest zou zijn zonder deze ontsnappingsmogelijkheid die ook een noodzakelijkheid is omdat het hele verhuisproces tijd in beslag neemt vanwege een groot gebrek aan ondersteunende krachten die het vereenvoudigen kunnen.
De mantelzorger is verhuizer geworden, nog naast de doorgaande mantelzorgtaken.
Vooralsnog verloopt alles volgens plan, in de zin dat de spullen in een gestaag tempo van plek wisselen en de rust bewaard kan blijven in beider hoofden.
De beweging gaande houden tot het proces voltooid is lijkt de beste strategie. Het werkt. En het zal blijven werken als de ritmes van bewegen afgewisseld blijven worden met ritmes van ontspanning en de mogelijkheid tot opladen.
Morgen maar eens die ontspanning en oplading de ruimte bieden!
Reacties
Een reactie posten