Doorgaan naar hoofdcontent

Taal of teken

Zou er nog koffie in de kan zitten?
Het lijkt een doodnormale zin.
Is er nog thee in de pot?
Eveneens een doodnormale zin.
Wat eten we vandaag?
Gewoon een vraag.

Maar het is in alle gevallen een teken dat er verwacht wordt dat er iemand opstaat en aan de slag gaat. De aangesprokene bij voorkeur.
Ook dat is in zichzelf normaal.
Zo praten mensen wel vaker met elkaar.

En toch, iets in de toon van de vragen geeft niet zozeer aan dat er behoefte is aan koffie, thee of eten, maar dat er een verlangen is naar aandacht, zorg, hulp. En juist dat, juist die verlangens worden niet meer rechtstreeks gearticuleerd.
De vraag om aandacht is veranderd in opmerkingen over een fysieke wens.

En ook het aanreiken van aandacht gebeurt tegenwoordig op andere manieren dan voorheen.
Ineens is er de spontane opsta-actie om koffie in te schenken, thee aan te bieden of een toetje voor te stellen na een genuttigde maaltijd.
Verrassingen zijn het, in een reeks van gewenningen aan afwijkingen van wat voorheen normaal en vanzelfsprekend was.

Niet alleen op het gebied van gesproken taal vindt deze verandering beetje bij beetje plaats. Ook in de geschreven taal veranderen dingen.
Voorheen werd een bericht via sms of whatsapp of mail beantwoord in volledige zinnen. Zinnen van een welbespraaktheid die bewondering afdwong en altijd verrassend anders was dan bedacht had kunnen worden. De reactie was altijd eigen en uniek en zeer passend op het gestuurde.
Die tijd is meer en meer voorbij aan het gaan.
De zinnen worden korter, soms beperkt tot de hoogstnoodzakelijke woorden. De zinnen worden enkelvoudig en zijn niet langer onder te verdelen in nevenschikkende en andersoortige complexe bijzinnen met een scala aan ongebruikelijke woorden en uitdrukkingen.
Ook komt het steeds vaker voor dat de woorden tekortschieten en volstaan wordt met een plaatje. Vaak een hartje.
De liefde is intens.
De woorden laten het echter afweten.
Gelukkig klinken vier kleine woorden nog vaak in wederzijdse richting: ik hou van je.

Reacties

  1. Bijzonder ontroerend en bijna hartverscheurend als de vanzefsprekendheden van alle dag helemaal niet meer zo vanzelf sprekend zijn. En ook en onverwachts even tevoor schijn komt. Veel respect voor de iliefde en zorgvuldigheid van daad woord en geschrift van deze mantelzorger..

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v