Doorgaan naar hoofdcontent

Altijd vlak voor het weekend

Omstreeks het middaguur treffen beide geliefden elkaar.
Eerder dan het bezoekuur, aangezien vandaag de eerste afspraak bij radiologie zal zijn. 
Bij binnenkomst is gelijk duidelijk dat er iets niet in orde is.
Een lage bloedsuikerspiegel lijkt de oorzaak van heftig trillen. 
De gebruikelijke oplossing van iets zoets nuttigen heeft geen enkel effect.
Terug in bed om het trillen tot rust te brengen werkt evenmin. 
Toch wordt de tocht naar beneden naar radiologie ondernomen.
Daar aangekomen bieden de twee meegenomen dekens niet meer  voldoende warmte en wordt een derde opgehaald. Het blijkt inderdaad een koorts piek.
Pas na anderhalf uur neemt het heftige trillen af, terwijl de bloedsuikers nog verder gedaald zijn. 
Terug op de afdeling starten de onderzoeken.
Zaalarts, neuroloog, röntgenfoto, bloedafname, hartfilmpje, alles gericht op het uitvinden van de oorzaak van de ontstane situatie.
Inmiddels is de spraak weer slechter. Net zoals toen de zwelling bij het gezwel in de hersenen opspeelde. 
De inhoud van wat gezegd wordt is daarentegen helder genoeg.
Geen verwarring daar. 
Wel wilde plannen om de gewenste auto aan te schaffen waarmee de wereld goed verkend kan worden.
In gedachten worden de reizen al gemaakt. Uitsluitend nog organiseren dat er geld ergens vandaan getoverd wordt. 

Straks gaat er nog een scan komen van het hoofd en komt bij veranderingen de neuroloog vertellen wat hij ontdekt.
De hoop is dat het mee gaat vallen. 
Er vooral niet aan denken wat veranderingen zouden kunnen gaan betekenen voelt geruststellend vertrouwd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v