Doorgaan naar hoofdcontent

Luchtvervuiling

Het leek een rustige zondagmorgen als altijd.
Langzaam wakker worden. Nagenieten van een welverdiende nachtrust. 
Toch haperde er al iets. 
Wakkerworden verliep iets stroever dan normaal en er was hoofdpijn gesignaleerd. 
De ochtend rituelen hielden medicatieinname voor de een en hond uitlaten voor de ander in. 
Nadat beide taken volbracht waren kon er gezamenlijk koffie gedronken en gepraat. 
Over van alles en nog wat. 
De hond uit later besprak de luchtkwaliteit die adembenemend was geweest pal buiten de voordeur en pas bevrijdende ademhaling en losraken van hoofdpijn opleverde op enige afstand van het dorp. 
In overleg maar besloten hier toch melding van te doen bij de politie. 
Iemand was overduidelijk iets kwalijks aan het verbranden. 
Binnen was inmiddels de hoofdpijn teruggekeerd. 
Het gesprek kwam op andere zaken, waar ook gevoel aan te pas kwam en ineens vielen woorden verkeerd en ontstond een uitbarsting. 
De stemverheffing van de een had de ander getriggerd en alles ontplofte. 
De ontploffer verliet de ruimte. 
Een verstandige keuze onder de ontstane omstandigheden.

Zelf afkoelen gaat beter bij opgelopen emoties dan elkaar pogen te kalmeren. 

Terugkijkend op het voorval drong door dat luchtkwaliteit in het verleden ook heftige uitbarstingen opgeleverd had. 
Er gaat iets mis in de hersenen als de longen niet optimaal voor zuurstofdoorstroming kunnen zorgen. 

Zo blijken de klachten die fysiek ongemak opleveren tevens herseninvloed te hebben. 
Zowel het denken vertroebelt erdoor als ook de zelfbeheersing en prikkelverwerking in meer algemene zin. 

En zo bleek een afvalstoker op een zondagmorgen in een afgelegen dorp de sfeer in een kalme huiskamer waar twee geliefden de dag aan het starten zijn negatief te beïnvloeden. 
Terecht dat de politie poolshoogte is gaan nemen. 
Het gaat niet uitsluitend om luchtkwaliteit, het gaat om levenskwaliteit en bovenal levensvreugde. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v