Doorgaan naar hoofdcontent

'Ground control to Major Tom'

Een herinnering die aangewakkerd wordt kan met het effect van een omvallende dominosteen een wankel bouwwerk om doen vallen. Onbedoeld. Ongewild. En tegelijkertijd onmiskenbaar. 
Zo was er de aangewakkerde herinnering over de overleden moeder en de perikelen rondom dat gebeuren die ook weer herinneringen losgeroepen hadden aan de stilte rond de overleden vader en de pijnlijke jeugdherinneringen die daar dwars doorheen opflakkerden en het gemoed in onrustige geschiedenis rond lieten dolen. De herinnering ging over handelingen die een jaar eerder al ondernomen waren, maar het actieve geheugen niet bereikt hadden en derhalve door de herinnering opnieuw ondernomen werden, totdat een van de geliefden een helder moment had en de handelingen in herinnering bracht. 
Dat triggerde nog meer de pijnlijkheid van de geschiedenis en ontaardde in een weglopen uit de situatie teneinde de in alle opzichten pijnlijkheid van het heden te ontlopen. Een vergeefse poging. Het heden laat zich niet ontlopen. Evenmin als het verleden dat doet. 
De pijn zit er in dat de toekomst meer en meer een te ontlopen situatie wordt op grond van heden en verleden en het gemis van wat eens vanzelf sprak en nu slechts herinnering is. 

De te ontlopen toekomst die vorm krijgt in plannen voor een andere oplossing dan de huidige met twee huishoudens die een reisafstand bevatten die steeds knellender wordt voor beide geliefden. Bij de een groeit het verlangen naar een voortdurende liefhebbende geliefde in dusdanige nabijheid dat roepen volstaan kan als er nood is aan hulp. Bij de ander groeit het verlangen die rol eenduidig te vervullen zonder telkens de afweging te moeten maken of de afstand om andere redenen dan dit verlangen beter niet overbrugd kan worden. De innerlijke conflicten zijn toe aan het nemen. Bij beiden. 
Het maakte de uitbarsting van deze avond een voorspelbare. 
Een weekend samen in bijzijn van de huisgenoten die er slechts om de andere week zijn is een genoegen en opgave tegelijkertijd. Als de pubers rondom bedtijd volledige aandacht opeisen en er tegelijkertijd medicatie toegediend moet worden die onzichtbaar buiten bereik lijkt te zijn, is het evident dat er kortsluiting plaatsvindt. 
De oude herinneringen waren nog vers. De reactie op escalerende emoties was dezelfde. Wederom een vlucht uit het hier en nu. Op zoek naar rust. Oneindige rust. Eeuwige rust. 
Die niet gevonden kan zonder drastische stappen. Die keer op keer in stilzwijgen overwogen worden en nu en dan hardop als wens doorklinken als het niet meer lukt de vreugde van het samenzijn te voelen als groter dan de ellende van de situatie van het bestaan als zodanig met een hoofd vol herinneringen die blijven spoken als geesten die je achtervolgen waar je ook heenvlucht. 

Wederzijds begrip voor wat er gaande is vindt plaats op het metaniveau waarop het denken zich bij vlagen wel degelijk bevindt. 
Eenzijdig lost ieder van de geliefden het onbehagen over het hier en nu op eigen wijze op. De een door te zwijgen. De ander door letters te noteren. De ander door te zwijgen. De een door letters te noteren. Het zwijgen helpt. Het schrijven helpt. 
En intussen klinkt muziek. 
David Bowie. 'Space Oddity'. En andere nummers met diepe ladingen in zinnen die raken alsof ze geschreven zijn voor dit moment, deze dag, dit bestaan. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v