Doorgaan naar hoofdcontent

Hekwerkoverleg

De dagen werden weken, de weken werden maanden en ineens begint de periode van coronamaatregelen weer in de richting van herstel van hoe het was te gaan.
Voor de beide geliefden maakt het weinig verschil. Het leven vindt voornamelijk plaats in huis en tuin, beter gezegd, in huizen en tuinen, aangezien er van elk twee bestaan.
De ene tuin is nog in wording, de andere een woestenij, dus werk is er meer dan voldoende, tussen de bedrijven door van overige noodzakelijkheden als eten, drinken, slapen, medicatiegebruik en ruimte om het leven te ervaren als leven en aangenaam samenzijn.
Op dinsdag kwamen de bestelde hekken aan, het duurde alweer veel te lang in de ogen van de besteller.
Om de hekken te plaatsen was er overleg nodig, dat plaatsvond in de buitenlucht, met de hekken uitgestald langs de rand van de tuin. Er waren er zes in totaal en bepaald moest worden waar een doorgang gemaakt zou worden. Bij het al aangelegde paadje? Of juist een stuk verderop? Of nog een andere plek, waar het mogelijk er nog beter uit zou zien? De keuze werd gemaakt door de hekken neer te leggen en te verplaatsen, zodat het effect inzichtelijk werd. Uiteindelijk was het helder, dit was het plan: 2 hekken bij de voortuin en 4 hekken vanaf de schutting  die de grens met de buren vormt gerekend.
De palen werden met de nodige oplosbare problemen diep in de grond geplaatst. De een deed het werk, de ander gaf aan hoe diep diep genoeg was. Toen de drie palen voor de eerste twee hekken goed verankerd in de grond stonden kon het hek gemonteerd. Eerst met touw, omdat er nog gezocht moest naar schroeven en de apparatuur nog niet opgeladen was.
Het werd een kunstig geheel en zag er uit zoals beoogd. Beiden waren uitermate tevreden.



Een dag later kwam de twijfel. 'Hoe ga je nu het volgende hek bevestigen? De paal staat toch niet aan het einde?' 'Huh? Hoe bedoel je? De hekken komen toch los van dit stuk te staan?' 'Nee, we zouden voorbij het paadje gaan, tot dat stukje dat je altijd maait.' 'Maar dat is toch nu ook precies waar het staat?'
De gemoederen dreigden wat richting overkoken te gaan en dus werd het gesprek in de buitenlucht voortgezet. 'Kijk, tot hier staat het hek en dan begint daar het nieuwe stuk, dat is precies hoe je het gisteren had gezegd.' 'Ja maar....' 'Rustig maar, dit was het plan en volgens mij staat het nu heel mooi, dat ben je toch met me eens? Kijk maar, dan kunnen we hier een nieuw paadje maken en dan kun je om dat stukje heenlopen en dat kan ik dan nog ophogen, zoals je gisteren voorstelde en dan ziet het er prima uit.' Een knuffel om een en ander te beklinken en enigszins bedremmeld werd toegegeven dat het toch inderdaad wel goed leek te zijn zo.
'En ja, je hebt helemaal gelijk, die paal staat niet aan het einde van het hekje, daar moet ik dus goed op letten als ik de andere hekken ga plaatsen. Goed dat je dat opmerkt.'
Binnen kon de middag vervolgd met een harmonieus kopje thee met iets erbij.


Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v