Doorgaan naar hoofdcontent

En weg!

Een heel team van spelers bekommert zich om de ene persoon met de vele kwalen.
Het team komt trouw drie keer per dag een medische handeling verrichten en controleert en passant of het goed blijft gaan met medicatiegebruik en algehele zelfverzorging. Niet omdat dat slecht gaat, maar om te voorkomen dat dat die kant uit zou kunnen gaan. En natuurlijk wordt dagelijks de temperatuur bijgehouden ter bevestiging dat alles nog in orde is.

De behandeling die de drie keer daagse momenten noodzakelijk maakt werd ingezet door een arts met verstand van zaken, die vandaag de betrokkene ontboden had, voor een gesprek over de te volgen route.
Vele gedachten vormden zich vantevoren. De vrees dat er nog weken, zoniet maanden, doorgegaan zou moeten worden met dit driemaaldaagse ritueel was het grootst. Alle andere scenario's verdwenen meer naar de achtergrond.

In de spreekkamer van de arts is het gesprek kort en bondig. Vandaag verwijderen we de drain.
Oh? Eh? Nu?
Ja dus.

In een behandelkamer wordt met gezwinde spoed de handeling verricht en na die bevrijding kan het weer huiswaarts.
De arts benoemt bij het weggaan dat de thuiszorg nu gestaakt kan en neemt in dezelfde zin aan dat dat wel doorgebeld kan, vandaag nog.
De man die zoeven nog worstelde met zijn vrees van oneindige spoelingen vindt dat toch wat al te rap en sputtert nog wat tegen. Ze kunnen vandaag toch nog komen? Voor het verbinden van de wond?
Ja, dat is akkoord, uiteraard.

De dag verloopt in een roes. Nu het mogelijk is om los te zijn van driemaaldaagse bezoekjes die de eigen dagindeling beïnvloedden is het de dag bij uitstek om eens weer iets te doen dat voorheen veel vaker plaatsvond, een museumbezoek.
Weer thuis komt 's avonds het derde contact van die dag en verheugd volgt de melding dat het niet meer nodig is.
In een overleg dat amper die naam verdient valt het besluit dat er nog eenmaal de volgende dag 's avonds gecontroleerd zal worden. En verder kan er overlegd over hoe nu verder.

Wie dat moet beslissen?
Uiteindelijk is het de mantelzorger die de situatie inschat.
En uiteindelijk is het de mantelzorger die een goede routine van driemaaldaags een controlemoment in rook ziet opgaan alsof er geen ingewikkelde toestand gaande is. De geliefde die zijn partner meer en meer mist, omdat dagen alleen steeds langer lijken te worden, meldt nog dezelfde avond dat hij de volgende dag niet van zins is om voor het middaguur uit zijn bed te komen. Zijn goed recht, vanzelfsprekend.
Maar mogelijk een begin van een ritmeloze stijl van bestaan, die de fysieke kwalen niet positie zal gaan beïnvloeden.
De mantelzorger heeft ervaringen uit het verleden die vrees voor de toekomst meer dan gerechtvaardigd maken.
En de arts had vandaag wel degelijk gewaarschuwd dat er een risico is als de drain verwijderd wordt. Temperatuur moet gecontroleerd blijven.
En gaat die stijgen dan is er een indicatie voor een chirurgische ingreep.
Juist ja.
Dat detail lijkt een hypothetische mogelijkheid, maar is bepaald niet ondenkbaar gezien de ervaringen rondom oud en nieuw.

De geliefden genoten van het goede nieuws en het bevrijde gevoel en het museum dat ze samen bezochten.
Een dag als een parel.
Een onverwachte vondst van ruimte die iets moois laat zien.
Liefde, begrip, wederzijdse uitingen van genegenheid.

Maar de mantelzorger weet. Dit is pas het begin.
Dit was een pauzemoment in een situatie die niet beter wordt.
De helderheid komt en gaat, de meewerkendheid varieert met de dag, afhankelijk van lichamelijk welbevinden en geestelijke weerbaarheid die nogal afhankelijk is van wat er op een dag zoal plaatsvindt en via berichtgeving doordringt.

Er is meer weg dan de drain.
Er is weer een stuk eenduidigheid verdwenen.
De rollercoaster is weer begonnen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v