Doorgaan naar hoofdcontent

Licht verlicht

Een dag zonder plan is een dag die al snel ontaarden kan in lamlendig rondhangen en je storen aan alles wat er gebeurt (mensen die geluiden maken) of juist ontbreekt (een zon die achter wolken verdwijnt). Zo'n dag is deze dag. Een geplande rustdag, zowel volgens de kalender als volgens eigen plannen, vanwege voorafgaand drukke dagen en eropvolgend drukke dagen. Verstandig beleid om wanneer het mogelijk is de krachten te sparen en uitsluitend bij te tanken en op te laden. En toch.....

De een is gewend aan een wekelijks ritme van zes dagen arbeid en de zevende dag een rustdag. De ander maakt dat onderscheid niet en meent dat doorgaan altijd beter is dan rondhangen en het werk wel zien.

Dus deze specifieke dag werd een dag waarop er gezocht moest naar een compromis.
De deur uit leek geen goed plan. Deels vanwege de toch al onbestendige bui, deels vanwege de geplande volle reisdag van morgen. Niet teveel willen op een dag.
Dus binnenshuis een plan dan maar.
Er is na een verhuizing altijd nog genoeg dat blijft liggen.

Wat ook was blijven liggen is die ene handeling die een grote ergernis van de zomerdagen van dit moment kan oplossen. Een ventilatorlamp in de slaapkamer, teneinde de rondhangende vliegen die ergerniswekkend en wakker houdend de welverdiende en gezochte rust verstoren te verdrijven.
Zogezegd zo gedaan. Het voorstel werd omhelsd met een lichte verheuging over de gevoelde toestemming om een probleem op te lossen dat nauwelijks gehoord en ervaren leek te zijn als  werkelijk probleem.
Wel degelijk was dat gehoord en ervaren, echter niet met zoveel woorden gearticuleerd om een en ander niet door aandacht nog te versterken, zoals zo makkelijk een kleinigheid tot grotigheid kan laten verworden.

De ventilatorlamp bevond zich nog in een doos en met vereende krachten kwam de lamp uit de doos.
De basisbevestiging verscheen en vastgesteld werd wat nodig was om die aan het plafond te bevestigen. Alle voorbereidende handelingen verliepen min of meer volgens plan, tot het moment dat daadwerkelijk afgetekend diende te worden en er een bevestigingspoging gedaan werd.
'Kan ik je helpen?'
Een grom was het antwoord en een woeste zwaai met het te monteren voorwerp en een verzuchting die klonk als verwijt 'ga je goddelijke gang'.

Helder. Hulp was niet gewenst.

De ene korte vraag bleek een trigger van jewelste te bevatten op een moment dat hulp wel degelijk gewenst leek te zijn. Nee dus. Niet nu. Niet.

Beide geliefden verlieten de ruimte. Ieder met de eigen frustratie als enig gezelschap.
Beiden herleefden eerdere momenten met eerdere personen die eerdere situaties met een enkel woord hadden laten doen ontploffen tot een onhoudbare situatie waaruit vluchten wijzer was dan het gevecht aangaan.
Gelukkig zijn beiden zo wijs het gevecht te ontlopen en elkaar ruimte te gunnen om de opgelopen stress weer af te laten vloeien tot een aanvaardbaar peil.
Het had wat tijd nodig.

Toen kwamen beiden weer samen in dezelfde ruimte en hervatten de klus gezamenlijk. Dit was niet een lamp om in je eentje aan een plafond te monteren.
Dit keer verliep de samenwerking volgens wens.
De een bepaalde de handelingen, de ander voerde mee uit en zweeg zolang er geen rechtstreekse vraag gesteld werd. Dat werkte prima.
Samenwerken kunnen deze twee mensen als de beste.
Zolang de taken ieder helder zijn en de aanwijzingen van de een niet doorkruist worden met goede suggesties en aanvullingen van de ander. Voorheen was dat laatste wel mogelijk, tegenwoordig is dat een zeer onverstandige behulpzaamheid die absoluut achterwege dient te blijven, tot de noodzaak beide partijen helder is. In dat geval zijn de tips en adviezen en net even andere inzichten op grond van andere ervaringen en gedachten wel welkom en gewenst.

De lamp hangt.

De een schrijft over de lamp. De ander ligt languit uit te rusten.

Reacties

  1. Wat heb jij toch talent om alles zó te verwoorden dat ik jullie gewoon voor me zie bezig aan DE klus xx

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klaske, ik kan je zo goed volgen en je hebt talent om het zo visueel voor te stellen, ik zie dat zo voor mij gebeuren.....Al zitten wij hier al veel verder in de mist en is verbondenheid lang weg, laat staan het samen iets doen ....Toch herkenbaar je verhalen ,knuffels

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v