Doorgaan naar hoofdcontent

Obsessief doorzetten

De bezigheden stokken zodra de computer problemen oplevert. Altijd ongebruikelijke problemen. Die met de beschikbare technieken opgelost worden of - wat erger is - onoplosbaar lijken.
Stress springt omhoog als een ingevoerd wachtwoord niet herkend wordt of een code niet werkt. Logischerwijze.
De klus, de zelfopgelegde taak, moet uitgevoerd en om dat te kunnen doen is er vanwege een haperende computer die zich maar niet de les laat lezen een heel scala aan handelingen nodig om het gewenste doel te bereiken.
We gaan er mee naar bed - de late avond uren en vroege nachtelijke uren zijn het rustigste om te werken, al is vermoeidheid dan wel degelijk een spelbreker - en we staan er mee op. En dat zal doorgaan zolang de klus niet geklaard is.

Dat er al vele malen hardop aangeboden is om de klus te proberen te vereenvoudigen door het te bewerken document in een andere computer voor te bewerken, zodat de gewenste bewerkingen eenvoudiger toegepast kunnen worden, levert een zwijgende afwijzing op. Of dat bekent dat de hulpaanbieding niet binnenkwam of dat het de eer te na is om op te geven en toe te geven dat hulp mogelijk wenselijk is wordt niet duidelijk.
Een andere gespreksinhoud is zo goed als onmogelijk en elke poging daartoe is dan ook uiteindelijk gestaakt.
Het ontbijt zonder commentaar voorgezet, omdat daar een gesprek over voeren niet mogelijk is zolang het probleem bestaat. Dat honger het denkvermogen aantast en de helderheid om creatieve oplossingen te verzinnen dus ook belemmert wordt vandaag niet ingezien. Dan maar aanreiken zonder commentaar, teneinde een heftige uitval over zoveel onbegrip, want 'je ziet toch dat ik bezig ben!' te omzeilen.

De kalmte blijft in de ruimte bestaan, door de fouragering plaats te laten vinden zonder er de discussie over aan te gaan.
En zo wordt alsnog noodzakelijke hulp en ondersteuning geboden.
Het geeft echter een gevoel van leegte.
Een gevoel van nood aan intermenselijk contact.
De computer gaat voor.
De klus is het enige dat er toe doet.
De vragen die gesteld worden zijn gericht aan het apparaat, niet aan de aanwezige partner. Al klinkt het nog zo als echte vraag, een antwoord geven is niet gewenst, het zou het denken verstoren.

En zo kabbelt een regenachtige dag in juni voorbij.
Het ziet er naar uit dat deze klus voorlopig nog niet geklaard gaat zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v