Doorgaan naar hoofdcontent

Phishing zou geen weldenkend mens.....

'Oh ja, ik moet ook mijn bankpas nog opsturen'
'Huh?'
'Ja, de bank had me bericht gestuurd dat mijn pas bijna verlopen is en opgestuurd moet worden.'
'Hè? Wat bedoel je nou? Dat doet de bank toch nooit?'
'Ik heb er vandaag een bericht over gekregen, een mail geloof ik.'
'Wat? Welke mail? Hoe zit dat? Laat me dat bericht eens zien.'

Na enig zoekwerk blijkt het niet om een mail te gaan, er was een sms gestuurd. Een sms met een link. Daarop klikken leverde een scherm op dat sprekend lijkt op een bankscherm. Dus het oogde zeer vanzelfsprekend en logisch. En dus kon er een banknummer ingevuld en een pincode en zelfs een vervangende pincode. En er werd prompt een bericht geopend, met de mededeling dat de pas verzonden moet worden naar een adres elders in het land. En dat als dat niet gebeurt er een bedrag van €15,- in rekening gebracht wordt.
Dus zodra ik sputterde tegen het opsturen van de pas kwam dat bedrag als tegenwerping naar boven.
Dat is toch niet de bedoeling? Geld betalen!
Nee, natuurlijk niet. Maar je pas ga je ook niet opsturen. Hoe moet je dan je pas gebruiken? Hoe kun je zonder pas nog bij je rekening?
Oh ja, dat is niet logisch.

Langzaam begon het belletje te rinkelen. Langzaam, heel langzaam drong door dat het echt niet klopte. Nog langzamer drong door dat het merkwaardig is om hier in te trappen en dan niet je af te vragen of het wel klopt wat je aan het doen bent.
Uiteindelijk begon het rationaliseren. 'Vroeger deed ik ook wel gekke dingen'. 'Ja, natuurlijk'.

Geruststellen is verstandiger dan nog verder 'inwrijven' dat dit echt een merkwaardige actie is.

Nog geen week geleden werd ons in het ziekenhuis verzekerd dat op grond van de neuro-psychologische test die er beter uitzag dan ruim een jaar eerder, toen het hoofd totaal op hol was, het zekere bewijs was dat er geen dementie gaande is.
Natuurlijk niet.
Iemand met een vorm van dementie zou immers nooit in een phishing sms tuinen........

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v