Doorgaan naar hoofdcontent

Nauwkeurig luisteren

Het luistert nauwkeurig, de omgang met elkaar.
In bijzijn van een professional ontstaat een gesprek waarin 'het hele leven' aan de orde komt. Het gaat van de hak op de tak, maar in een helder kader en als een samenhangend geheel. Toch laat de spreker zich ontvallen het gevoel te hebben onsamenhangend en warrig over te komen, alsof niet wat gezegd wil zijn, maar wat de mond verwoorden kan eruit komt. 'Gelukkig begrijpen jullie me', klinkt het.

Naderhand praten we samen door. Verwoorden we hoe dat moment in zekere zin een kans was. Een opening bood. Een nieuwe diepgang toe had kunnen laten, een doorvraagmoment was, dat voorbijging alsof het onopgemerkt bleef.
Het is geen onkunde van de professional, zo concluderen we, het heeft meer te maken met de kundigheid van de spreker om zijn gehoor hoe dan ook te boeien met welk verhaal dan ook, hoe zinvol of willekeurig het ook onder woorden gebracht wordt.

Samen bespreken we dat er wel degelijk helder aan het worden is dat de sturing van de eigen woordenstroom op vele momenten te wensen overlaat. Dat het aan de loop gaat met de spreker, die in zekere zin op zo'n moment van openheid smeekt om gestopt te worden, teneinde dieper te kunnen duiken in wat wel aan de orde had mogen komen, maar zo ongelooflijk lastig in woorden om te zetten is. De gedachten over een zelf te bepalen levenseinde, bij voorkeur na het bereikt hebben van een laatste grote mijlpaal in het leven dat altijd in het teken stond van doodsgedachten en mijlpalen bereiken.
We praten er samen over door. Duiken er dieper in. Maken het bespreekbaar samen. Daar zijn we goed in, als de emoties geparkeerd worden en we beiden in onze professionele houding het gesprek voeren. Ja, het gaat over ons, het gaat over afscheid, het gaat over eindigheid, het gaat over dromen, het gaat over hoop, het gaat over verlies. Maar het gaat bovenal over de kunst van het leven. Over de noodzaak tot het vinden van betekenis in een bestaan dat zo eenvoudig als mislukt en betekenisloos afgedaan zou kunnen worden. De blikrichting kan ook anders zijn, zo besluiten we al pratend. Het leven bestond tot op heden vooral uit zaaien, het oogsten werd keer op keer overgelaten aan anderen of dat moment werd nooit bereikt. Daarmee is er geen sprake van mislukkingen, veeleer is er sprake van voorwerk en doelgerichtheid en visie en het bieden van toekomst in een wereld die dergelijke leiding goed gebruiken kan. In het klein, in ons eigen bestaan, en in het groot, in de wereld waar mensen elkaar naar het leven staan als de hoop te klein blijft en de moed der wanhoop geen toekomst biedt.

Het is een zinvol gesprek. Een gesprek dat erg verwant is aan eerdere gesprekken die we voerden op deze wijze en met deze diepgang.
En toch is het anders.
Er is geen werkelijke gelijkwaardigheid in het heen en weer gaan van het gesprek tussen beide gesprekspartners. Het is de ene die de ander professioneel benadert en liefdevol het woord gunt. Het is de ander die de professionele houding benut om liefdevol de eigen levensloop nogmaals te bezien.
Het is een situatie van betrokkenheid en wederkerigheid, het is een zaadje dat gezaaid wordt om de toekomst hoopvol tegemoet te kunnen treden en plannen te blijven smeden die een gezamenlijk karakter kennen. Of er ooit een oogst genoten zal kunnen worden waar beiden van genieten gaan valt te bezien.
De voortekenen zijn daar niet werkelijk gunstig voor.
Maar wellicht komt er een wending in het verhaal. Wellicht is hoop de levensreddende antenne die de zaden tot wasdom laat komen voor de dood haar intrede doen zal. De dood die als een vriend al levenslang meewandelt. Zoals bij ieder mens. En deze in het bijzonder.
Een zaaier ging uit om te zaaien.......

Reacties

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Thuis

Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden.  En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst.  Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer.  Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven.  Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis.  Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte.  Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing.  Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste route? Het gesprek v