Een indringend gesprek voor het slapen gaan. Het beste moment van de dag, omdat er dan geen afleidingen zijn en geen ongelijkwaardigheid ervaren wordt.
De inhoud is een welbekende.
De zin van het bestaan als zodanig. Een gesprek dat vaker gevoerd is in de jaren die achter ons liggen.
Een gesprek dat geschiedenis kent en nog vele malen gevoerd zal worden als de inhoud toekomst gaat blijken te zijn.
Het benoemen is genoeg. De slaap wacht een nieuwe dag breekt aan.
De avond van de volgende dag. Het thema is niet uit het hoofd verdwenen. Integendeel. De openheid die het gesprek in de nacht geboden had biedt nu een ruimte die afgebakend wordt.
"Zullen we over een x aantal dagen dit gesprek nogmaals voeren en dan definitiever?"
Het komt naar boven als uit het niets.
Maar het is geen onbekend thema en dus helder wat de inhoud van dat gesprek gaat zijn.
En ja, dat klinkt als een werkbaar voorstel.
Als gaande is wat steeds helderder aantoonbaar is is er een route te bewandelen die nooit geambieerd is. Is het dan in deze gewijzigde omstandigheden niet terecht om het gesprek over die route en de lengte daarvan eens en voor altijd te gaan voeren?
De twee stemmen die altijd klinken tijdens dat gesprek staan lijnrecht tegenover elkaar. Het is echter de liefde die het gesprek juist binnen die context mogelijk maakt. Want van elkaar houden betekent ruimte nemen om de ander te verstaan en ten diepste de ruimte te geven de eigen visie te handhaven in het besef dat die visie niet over degene gaat die de andere visie is toegedaan.
Er hoeft geen eenstemmigheid te zijn om het toch ooit eens te kunnen worden.
De datum is gesteld.
De datum voor het gesprek dat nooit lokt als aangenaam gesprek om eens voor te gaan zitten. Een datum stellen geeft ruimte in de tussentijd.
De tussentijd, waarin ons leven zich al zo lang bevindt.
De tijd tussen ooit en later. De tijd tussen indien en vermoedelijk. De tijd tussen voor altijd en nooit meer.
De inhoud is een welbekende.
De zin van het bestaan als zodanig. Een gesprek dat vaker gevoerd is in de jaren die achter ons liggen.
Een gesprek dat geschiedenis kent en nog vele malen gevoerd zal worden als de inhoud toekomst gaat blijken te zijn.
Het benoemen is genoeg. De slaap wacht een nieuwe dag breekt aan.
De avond van de volgende dag. Het thema is niet uit het hoofd verdwenen. Integendeel. De openheid die het gesprek in de nacht geboden had biedt nu een ruimte die afgebakend wordt.
"Zullen we over een x aantal dagen dit gesprek nogmaals voeren en dan definitiever?"
Het komt naar boven als uit het niets.
Maar het is geen onbekend thema en dus helder wat de inhoud van dat gesprek gaat zijn.
En ja, dat klinkt als een werkbaar voorstel.
Als gaande is wat steeds helderder aantoonbaar is is er een route te bewandelen die nooit geambieerd is. Is het dan in deze gewijzigde omstandigheden niet terecht om het gesprek over die route en de lengte daarvan eens en voor altijd te gaan voeren?
De twee stemmen die altijd klinken tijdens dat gesprek staan lijnrecht tegenover elkaar. Het is echter de liefde die het gesprek juist binnen die context mogelijk maakt. Want van elkaar houden betekent ruimte nemen om de ander te verstaan en ten diepste de ruimte te geven de eigen visie te handhaven in het besef dat die visie niet over degene gaat die de andere visie is toegedaan.
Er hoeft geen eenstemmigheid te zijn om het toch ooit eens te kunnen worden.
De datum is gesteld.
De datum voor het gesprek dat nooit lokt als aangenaam gesprek om eens voor te gaan zitten. Een datum stellen geeft ruimte in de tussentijd.
De tussentijd, waarin ons leven zich al zo lang bevindt.
De tijd tussen ooit en later. De tijd tussen indien en vermoedelijk. De tijd tussen voor altijd en nooit meer.
Reacties
Een reactie posten