De mantelzorger versus de patiƫnt
Opstaan als de bel gaat, want de deur is niet goed te bereiken.
Drinken inschenken als er dorst is, want de keuken is te ver weg om heen te lopen.
Controleren of de katheterzak geleegd moet worden, want die zak is buiten het bewuste denken terechtgekomen.
Onmiddellijk een opvangbak aanreiken als de stoma geleegd gaat worden, want de handeling verrichten is nog niet hetzelfde als een goede voorbereiding treffen.
Reageren als de pomp van de nachtvoeding gaat piepen, want dat geluid ontsnapt nog weleens aan de oplettendheid en de benodigde actie inzetten vergt nog teveel inspanning.
Spullen aannemen die bezorgd worden, want tillen is voorlopig uit den boze.
Kleding aanreiken bij het aankleden, want vanaf het bed is dat niet voor elkaar te krijgen.
Voorstellen iets te drinken of te eten, want de behoefte is amper aanwezig.
Thuiszorg instrueren als handelingen voor het eerst zijn, want communicatie blijft een ding.
Noteren wat gedronken wordt, want de vochtbalans moet bijgehouden.
En los van al die overduidelijk noodzakelijke handelingen zijn er dan nog:
opruimen van alle geleverde spullen, herzien van de locatie van die spullen als er nog meer geleverd wordt, de kasten uitruimen om plaats te maken voor alle geleverde spullen, erachteraan gaan als spullen niet geleverd worden of de verkeerde spullen arriveren, langs de huisarts rijden om spullen af te halen die dringend zijn en maar twee keer per week aan huis gebracht worden, boodschappen halen - die afwijken vanwege het veranderde eet- en vooral drinkpatroon -, noodzakelijke afspraken maken en verplaatsen als ze per post binnenkomen en niet passend zijn, telefonisch mensen te woord staan die informatie nodig hebben, geleende spullen terugsturen naar het ziekenhuis en als een onderdeel niet meekwam dat uit het afval opduikelen en nasturen.
Gelukkig is er een hond. De uitlaatmomenten zijn broodnodige oplaadmomenten geworden en meer en meer is de vraag wie wie nu uitlaat? En gelukkig is er de tuin. Spelen met de hond of iets nuttigs doen in de tuin houdt bereikbaar en biedt toch enige ontspanning.
De verwoording van bovenstaande laat nogal te wensen over. Vermoeidheid is doorgedrongen tot het vermogen tot formuleren, nu alle dagen zo gevuld zijn met dingen die geen naam mogen hebben, dat er bijna verbazing optreedt als er even niets hoeft.
Reacties
Een reactie posten