Doorgaan naar hoofdcontent

Moederziel alleen

Er moest afscheid genomen worden. Als de dood nadert is het gepast om ook ondanks getroebleerde onderlinge verhoudingen de stervende bij te staan als het gaat om de vrouw die je het leven schonk. Dus togen we naar de plaats waar zij haar laatste jaren sleet wegens een vergevorderd stadium van (vermoedelijk gediagnosticeerde) Alzheimer. Aanspreekbaar was ze al jaren niet meer, in de zin waarin we in algemene zin mensen aanspreekbaar noemen. Haar eigen enige zoon was een onbekende man voor haar, de paar keer dat we haar gezamenlijk bezocht hadden. Het had dan ook iets merkwaardigs en dubbels, dat afscheid nemen.

Om de situatie draaglijk te houden werd er behalve een reis van een paar uur ook ruimte gemaakt voor een verblijf elders, om de terugreis uit te kunnen stellen tot mogelijkerwijze het moment van overlijden en zoniet dan toch minimaal lang genoeg om weer hersteld te zijn van alle commotie en onverwachtheid van de ondernomen reis.

Het telefoontje was in de middag gekomen, op een toch al behoorlijk gevulde dag en diezelfde avond zaten we in haar kamer naast haar bed. Ietwat onwennig. Dit is geen alledaags ding om samen mee te maken. Hoewel wonderlijk genoeg het wel een situatie was die beiden in heel andere context al eens zelf hadden meegemaakt. Voor de een kwam het verlies van de eigen partner, voor de ander kwam het verlies van een voormalige schoonouder weer in herinnering.
Ieder met eigen herinneringen aan die andere keer bevonden we ons nu samen in deze ruimte met een dame die in zekere zin voor beiden een onbekende was.
Dat ze de moeder was die deze situatie mogelijk gemaakt had, stemde beiden dankbaar. De liefde voor elkaar maakte haar rol in het bestaan van de een tot een groot geschenk aan beiden. Onbewust, onbedacht, onverhoopt, maar wel degelijk gestart met de wens van deze dame om met de man van haar dromen in het huwelijk te treden en daarvoor een kind geboren te laten worden dat nu bij haar zat om afscheid te nemen. Haar enige kind.

Langzaam daalde de rust in. De stilte van de avond maakte het huis waar deze kamer zich in bevond tot een kalme omgeving. De duisternis die inzette maakte de sfeer sereen.
De vermoeidheid van de dag was nauwelijks voelbaar, vanwege de taak die ons bezighield. Waken bij een stervende.
Het was een intens gebeuren, dat zich in woorden lastig weer laat geven.
Afscheid nemen gaat in fases. Je laat los, houdt toch weer vast, geeft mee wat nog geschonken kan, ontvangt wat nog gegeven kan en in alle ontastbare aanwezigheden ervaar je meer dan ogen zien en monden kunnen verwoorden.
Na een paar uur won de behoefte aan slaap het alsnog. De route naar de slaapplek werd verkozen.

De nieuwe dag bood nogmaals de gelegenheid om in rust samen te zijn bij de stervende moeder.
Ditmaal vond een gesprek plaats met een andere dame, die een rol toebemeten had gekregen, zonder te beseffen wat de positie van het eigen kind geworden was door haar aanwezigheid in het leven van de moeder die haar kind het leven niet bepaald eenvoudig had gemaakt.
In het gesprek kon gezegd wat rechtstreeks ingewikkelder zou zijn. De moeder kon het horen, naar waarschijnlijkheid, uitgaande van haar aanwezigheid in de ruimte.
Het was goed dat de woorden klonken. Jaren waren ze alleen in andermans oren te horen geweest, niet in de oren van degene die het betrof.

Wederom volgde een moment van vertrek.
Het zou het laatste contact blijken te zijn.
De volgende ochtend vroeg kwam er telefoon.
Het einde was gekomen.

Een week later nogmaals de route afgelegd. Nu naar de plaats van het afscheid.

Het verliep allemaal in harmonie.
Wanklanken die klonken werden kalm omgebogen naar meer neutrale klanken en zachtere tonen.
De sfeer was buitengemeen goed.

De uitbarstingen kwamen in de eigen vertrouwde omgeving. De vermoeidheid, de gevoelens van ontheemd zijn zonder goed te beseffen waar dat gevoel dan door veroorzaakt zou kunnen zijn.
Het waren reacties achteraf.
Nu kon er weer gevoeld worden.
In het moment zelf was dat veel te veel gevraagd.

Zijn. Doen. Meer was niet mogelijk.

Nu, een week later, is alles weer min of meer genormaliseerd.
Harmonie blijft. Doordat het besef er meer en meer is dat elkaar vasthouden in alle omstandigheden het beste is dat je elkaar kunt geven. Ongeacht de omstandigheden. Ongeacht de eigen mogelijkheden.
Elkaar nabij zijn en blijven. Elkaar accepteren als ander.
Elkaar gunnen dat uitbarstingen ontladingen zijn van oude en nieuwe emoties dwars door elkaar.
Elkaar ruimte bieden om de zinnen te verzetten.

Afscheid nemen is nooit makkelijk.
Als loslaten al plaatsvond voor het afscheid kwam is de zwaarte een stuk draaglijker zo bleek.

Het zijn de herinneringen die gewicht hebben.
Sommige als bakstenen die zich ontpoppen als molenstenen.
Andere als vlinders die wegvliegen voor je ze goed zag.
De levensreis gaat door.
Nu ouderloos.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit z...

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer. Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag.  De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is. De verpleegkundige blijft nog achter.  Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten. Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten. Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel? De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich.  Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is? Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden?  Is bestralen wel de juiste r...

2e Pinsterdag (deel 2)

De stem klinkt weer normaal, de praat staat weer aan, de woordenstroom is amper te stuiten, nu de hoofdpijn geweken is en de blik weer richting normaal neigt. De vervormingen worden amper als bijzonder opgemerkt, dus niet benoemd tegen de verpleging. Totdat de geliefde ernaar vraagt in bijzijn van een van hen.  'Ja, dubbelzien is er nog wel een beetje.' En verder gaat het weer, met plannen voor verblijf in Frankrijk, aanschaf van een motor als ornament bij de voordeur, een houten garage in de tuin, waar de tekentafel en het drumstel een plek kunnen vinden naast de cabrio en de wanden gevuld kunnen met grote schilderwerken. Tussen alle plannen door komen anekdotes en verhalen los over de tijd van opleidingen die allemaal cum laude afgesloten werden. De buurman in de ziekenhuiskamer vraagt, als er verhalen langskomen over eervol ontslag bij de marine en de wijde wereld die daarna lonkte, of het vreemdelingenlegioen ook tot de plannen behoorde toen. Gescherend klinkt de vraag, die...