Doorgaan naar hoofdcontent

Nuchter

Als de zaalarts net besloten heeft dat een CT-scan van de buik vandaag noodzakelijk is ontmoeten beide geliefden elkaar weer.
Vroeger dan gebruikelijk, een van de voordelen van een weekenddag. 
De arts is vriendelijk en overtuigend en vertrekt als het plan alle aanwezigen helder is.
De verpleegkundige blijft nog achter. 
Ze neemt nadrukkelijk de tijd om door te praten.
Stelt de juiste vragen, luistert echt naar de nog niet geheel verwoorde gevoelens en gedachten.
Eindelijk wordt hardop uitgesproken waar al langer over nagedacht wordt, willen wat kan is dat de aangewezen route nog wel?
De verpleegkundige is oprecht in haar reacties en een eerlijk gesprek ontspint zich. 
Hoe is de verwachting nu werkelijk? Is het wel mogelijk om weer zo op krachten te komen dat normaal zelfstandig bewegen door de ruimte - hoe klein ook - mogelijk is?
Want als dat niet het geval is, is elke handeling dan niet zeer discutabel en een vorm van rekken geworden? 
Is bestralen wel de juiste route?

Het gesprek vraagt om een vervolg en dat zal nadrukkelijk aangekaart worden, opdat het plaats kan vinden zo snel mogelijk na het weekend.
Intussen rest de vraag hoe te handelen in de tussenliggende tijd. 
De CT-scan wordt doorgezet en vindt aan het begin van de middag plaats.

Beide geliefden praten intussen veel over de te volgen route en ook herinneringen uit een pittige periode pakweg vijftig jaar geleden komen uitvoerig aan bod.
Alles hangt immers in zekere zin met alles samen. 
Het betreft dezelfde persoon.

Terug op de afdeling, na de CT scan  is het dringende advies, dat voelt als een gebod, om niets te nuttigen tot de uitslag van de CT-scan helder is.
Mogelijk moet er immers een drain geplaatst en daarvoor is nuchter zijn wellicht een vereiste. 
Gezien de lage bloeddruk, de verhoogde temperatuur en het algehele gevoel van onbehagen is het immers wel nodig de oorzaak zodra die gedetecteerd is ook gericht te gaan bestrijden teneinde de ontregeling weer te kunnen laten gaan herstellen naar het niveau van gistermorgen toen er normaal geconverseerd kon en alles voelde zoals het hoort.
Intussen nadert het avondeten en is er al uren niets bekend geworden. 
Zaterdag in een ziekenhuis vraagt nog meer geduld dan doordeweekse dagen.

En zo wordt allengs de stemming grimmiger, ondanks de opgewekte muziek uit de radio. 
'Is dit nu zo comfortabel mogelijk richting het eindje gaan?'
De retorische vraag blijft onbeantwoord in de lucht hangen.
Kleine ongemakken kunnen verholpen door het bed een andere stand te geven of een deken beter te leggen. 
Nuchter blijven is moeilijk.
Voor beiden.

Was de uitslag maar bekend!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ontkenning

Diep van binnen is het ons beiden glashelder wat er speelt en dat het niet over gaat en wel degelijk erger wordt. Diep van binnen wel. Maar daar voeren we onze gesprekken niet. We praten met elkaar aan de oppervlakte, op de waterspiegel. We duiken niet naar beneden, want dat zou betekenen dat we nat gaan, nat worden, mogelijk zelfs kopje onder gaan en niet meer boven kunnen komen. Ik vermoed dat dat jouw angst is. En het is de mijne ook. Omdat ik weet dat als we kopje onder gaan op verschillende momenten we elkaar uit het oog verliezen zullen en mogelijkerwijze elkaar niet meer terug gaan vinden. En dat ben ik koste wat kost aan het voorkomen. Elkaar uit het oog verliezen en nooit meer terugvinden. Dus ik schipper. Ik laat diep van binnen voor wat het is en praat met je over de oppervlakte. De dingen die er in jouw ogen toe doen. De dingen die je zien kunt en begrijpen kunt. De dingen ook waar je je aan hechten kunt omdat ze tastbaar zijn en je geen gevoel vragen, maar gewoon bes

'Je bent het mantelzorgen moe.' 'Maar ik ben jou niet moe!'

Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand.  Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht.  Zo begon de laatste nacht samen.  Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem.  Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling.  Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend.  In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer.  Het is al licht.  De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt.  De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg.  Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen.  Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken.  Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit.  Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn.  Hij is er niet meer.  Zij stort in.  Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang.  Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht.  Een half uur later gaat

Aan de vooravond

 Vorige week was er de kijkoperatie die al zolang verwacht werd. Morgen vindt het gesprek plaats dat volgt op een dergelijke operatie. En daarna zal de route naar de grote belangrijke Hipec-operatie ingeslagen worden.  Tenminste, zo liggen de kaarten op tafel.  Maar het gesprek dat morgen plaats gaat vinden kan ook elementen gaan bevatten die het denken weer door elkaar kunnen schudden, die de kaarten van tafel kunnen vegen, die de gebaande route onbegaanbaar kunnen lijken laten te zijn.  En dus besloot de een de ander vragen te gaan stellen over het gesprek van morgen. Immers, beter in de vertrouwde omgeving een eventuele uitbarsting krijgen, dan in een setting waar zo'n uitbarsting ook nog opgevat zou kunnen worden als een contra-indicatie voor het ondergaan van de operatie.  Het moet niet zo zijn dat eigen uitingsvormen zo geïnterpreteerd gaan worden dat gemaakte afspraken ineens op losse schroeven komen te staan.  De vragen worden vlot beantwoord. Met de reeds gegeven antwoorde