Samen in slaap proberen te vallen. Hij pakt haar hand. Af en toe een opmerking, maar vooral samen stil zijn in de nacht. Zo begon de laatste nacht samen. Samen liggen, de een diep in slaap, de ander wakend. Zij kijkt naar hem. Af en toe raakt ze hem aan, luistert naar zijn ademhaling. Zo verliep de nacht nadat een arts kalmerende stoffen had toegediend. In de vroege ochtend staat ze op. Slapen lukt toch niet meer. Het is al licht. De hond wil graag naar buiten en zo geschiedt. De hond draalt rondjes om het huis heen, wil niet heel ver weg. Tot hij besluit toch wat verder weg te lopen. Terug bij het huis wordt er al naar ze uitgekeken. Kom snel, hij blaast zijn laatste adem uit. Bij het bed aangekomen blijkt dat moment al even voorbij te zijn. Hij is er niet meer. Zij stort in. Tranen stromen en blijven stromen, zijn niet meer te stoppen, minutenlang. Een kwartier verstrijkt en nog zit ze daar naast hem, hem strelend en tranen over haar gezicht. Een half uur later gaat
Op zondagochtend belt het ziekenhuis. De nier waarden zijn zo slecht dat er een beslissing genomen moet worden. En gezien het gesprek dat de dag ervoor gevoerd is ligt het voor de hand niet vanzelfsprekend een behandeling in te zetten waarvoor wederom iets in het lichaam geprikt moet worden. Rond het middaguur treffen beide geliefden elkaar en bespreken kort wat er aan de hand is en wat nu de beste stap is. Naar huis wordt de uitkomst. Dit moet dan maar het einde zijn. Geen behandelingen meer. Geen gedoe. Geen kunstmatige zaken die ook achterwege kunnen blijven. Voorbereidingen voor naar huis gaan worden getroffen en tegen de avond is het dan zover. Thuis. Thuiszorg komt langs en de Dokterswacht. Een rustige avond en nacht kan beginnen, zo is de gedachte. Halverwege de avond komen onverwacht de beide dochters aan. Een fijne verrassing. Ze reageerden op het telefoontje vanuit het ziekenhuis dat beide geliefden niet zelf pleegden omdat ergens in de afgelopen weken de verstandhoudi