Een belangrijk gesprek. Met een contactpersoon die gaat over de mogelijkheden voor hulp. Een gesprek over waar die hulp voor nodig is, waarom die hulp nodig is en hoe die hulp er uit zou kunnen zien. Het verloopt goed, de teksten die gedeeld worden geven een prima beeld en de hulp zal nu gaan komen. Maar dan valt een concreet voorstel ineens minder goed. Is dit nu wel hulp? Is dit niet een doekje voor het bloeden? Een kleine fooi in een situatie waarin een royaal betalend gebaar noodzakelijk geacht wordt door allen die meer ingevoerd zijn in de situatie? Is het werkelijk zo dat er nu weer een halfslachtige oplossing gaat komen waarna bij gewenste uitbreiding er maanden aan wachttijd zal komen? De vragen vlammen er uit, de nood is zo hoog geworden dat het gevoel te verzuipen de teksten krachtig onderstreept en van vele uitroeptekens voorziet. Zozeer dat de ander al vreest dat de toegezegde hulp alsnog ingetrokken zal gaan worden als er niet snel ingebonden wordt. Het kan niet zo zijn ...